Inhoudsopgave
Advertenties
Motoren – Bedrijfs- en montagehandleiding
Pos : 130 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/R ückl aufs perre [Z one22] @ 67\m od_1613487660022_2130.docx @ 2739169 @ 3 @ 1
3.4.4 Terugloopblokkering
Motoren met de additionele markering RLS (bijv. 80LP/4 3D RLS) zijn voorzien van een
terugloopblokkering. Bij motoren met een terugloopblokkering is op de ventilatorkap de draairichting
aangegeven met een pijl. De punt van de pijl wijst in de draairichting van de aandrijfas (AS). Bij het
aansluiten van de motor en bij de motorbesturing dient men zich ervan te verzekeren – bijv. door een
draaiveldtest – dat de motor alleen in de draairichting kan bewegen. Het schakelen van de motor in de
geblokkeerde draairichting – d.w.z. de foute draairichting – kan tot beschadigingen leiden.
Terugloopblokkeringen werken slijtagevrij vanaf een toerental van ca. 800 min
ontoelaatbare opwarming en een voortijdige slijtage van de terugloopblokkering te voorkomen, mogen
terugloopblokkeringen niet worden ingezet bij toerentallen onder 800 min
bij motoren met een frequentie van 50 Hz en een aantal polen van ≥ 8 alsmede bij motoren met een
frequentieomvormer.
Pos : 131 /Anleitungen/Motor en/B1091 Dr ehs tromm otoren/3. ATEX/Brems e [Zone22] @ 67\mod_1613487746071_2130.docx @ 2739207 @ 3 @ 1
3.4.5 Rem
Motoren die zijn voorzien van de additionele markering BRE (bijv. 80LP/4 3D BRE 10) zijn voorzien
van een rem en moeten via de ingebouwde temperatuursensor worden bewaakt. De activering van de
temperatuursensor van een van de componenten (motor of rem) moet tot een veilige uitschakeling
van de aandrijving als geheel leiden. De PTC-weerstand van motor en rem dienen in serie geschakeld
te worden.
Wordt de motor met een frequentieomvormer ingezet, dan moet bij statorvoedingsfrequenties van
minder dan 25 Hz een externe ventilator worden ingezet. Bedrijf zonder externe ventilator bij
statorvoedingsfrequenties van minder dan 25 Hz is niet toegelaten.
De rem mag als stoprem met max. 4 schakelingen per uur worden gebruikt.
Een optionele handremlichter (evt. met vastzetbare handremlichter) mag alleen worden gebruikt,
wanneer geen explosieve stofatmosfeer aanwezig is.
LET OP! Men dient bovendien de gebruiksaanwijzing van de rem in acht te nemen!
De gelijkspanningsvoorziening van de rem vindt plaats via een in de motorklemmenkast aanwezige
gelijkrichter en via een rechtstreeks aangevoerde gelijkspanning. Daarbij moet de op de typeplaat
aangegeven remspanning worden aangehouden.
De spanningsvoorzieningsleidingen mogen niet samen met de temperatuursensorleiding in een kabel
worden ondergebracht. Voorafgaand aan de inbedrijfstelling moet de werking van de rem worden
gecontroleerd. Er mogen geen slepende geluiden optreden, omdat deze tot ontoelaatbaar hoge
opwarming kunnen leiden.
48
. Om een
-1
. Men dient daarop te letten
-1
B 1091 nl-2722
Advertenties
Inhoudsopgave
