Figuur 60
1. Zeskantige plug
2. Ring M12
5. Draai de stelschroef vast in het draadgat
in de remzuiger totdat de rem is uitgezet
(Figuur 60).
6. Ga naar de remschijf op de linker voorwielmotor
en herhaal bovenstaande procedure
(Figuur 60).
7. Schakel het hydraulische bedrijfsremsysteem uit door
de omloopklep onder de transmissiepomp maximaal
drie slagen linksom te draaien (Figuur 61).
De maaimachine moet met de hand worden bestuurd
als de machine wordt gesleept. De besturing zal
zwaar aanvoelen omdat deze niet hydraulisch wordt
bekrachtigd als de motor is afgezet.
Figuur 61
1. Transmissiekleppen omloopleiding
1
2
3
G014449
3. Stelschroef M12 x 40 mm
1
G014450
8. De maaimachine staat nu in de vrijloop en kan met een
lage snelheid over een korte afstand worden gesleept.
Verwijder de wielblokken voordat u de machine sleept.
9. Nadat de maaimachine is gesleept: Om de machine
weer normaal te kunnen gebruiken, moet u de volgende
procedure uitvoeren.
A. Blokkeer de voorwielen.
B. Sluit de omloopklep van de transmissiepomp
door rechtsom te draaien.
10. U stelt de schijfremmen van de voorwielmotor als
volgt in werking:
Opmerking: Zorg ervoor dat de M12 x 40 mm
stelschroeven en ringen verwijderd zijn. Bewaar deze
onder het bestuurderplatform.
A. Ga naar de schijfrem op de rechter voorwielmotor.
B. Draai de stelschroef linksom en verwijder samen.
C. Plaats de zeskantige plug in de zijkant van de
motor (Figuur 62).
1. Voorwielmotor
2. Zeskantige plug
D. Ga naar de remschijf op de linker voorwielmotor
en herhaal bovenstaande procedure.
E. Verwijder de wielblokken.
F. Maak de sleepstang los. De remmen van de
maaimachine zullen nu normaal werken.
WAARSCHUWING
Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen,
moet u controleren of de remmen correct werken.
Controleer de maaimachine vooraf bij een lage
snelheid. Gebruik de machine niet als de remmen
niet goed werken. Gebruik de machine niet als de
remmen buiten bedrijf zijn gesteld.
44
1
2
3
Figuur 62
3. Ring M12
4. Stelschroef M12 x 40 mm
4
g014451