Maaiaandrijving voor vooruit draaien inschakelen: Druk
de bovenkant van de schakelaar van de maaiaandrijving in
de stand Vooruit (Figuur 41).
Maaiaandrijving voor achteruit draaien inschakelen:
Druk de onderkant van de schakelaar van de maaiaandrijving
in de stand Achteruit (Figuur 41).
De maaiaandrijving volledig uitschakelen: Zet de
schakelaar in de middelste stand (Figuur 41).
De maaidekken laten zakken: De schakelaar van de
maaiaandrijving moet vooruit staan. Breng de lifthendel(s)
naar beneden. De cilinder zal in werking treden wanneer de
maaidekken zich ongeveer 150 mm boven de grond bevinden.
De maaicilinders
schoonmaken
WAARSCHUWING
Probeer nooit om de maaicilinders met de hand te
draaien.
• Er kan restdruk in het hydraulische systeem
zijn dat letsel kan veroorzaken bij een plotse
beweging van de cilinder(s) als de obstructie
verdwijnt.
• Draag altijd beschermende handschoenen en
gebruik een geschikt houten instrument.
• Zorg ervoor dat het houten instrument tussen de
messen en door de cilinder kan en lang genoeg
is om als hefboom te dienen om de blokkade te
verwijderen.
1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak.
2. Stel de handrem in werking en schakel alle
maaiaandrijvingen uit.
3. Laat de maaidekken neer of vergrendel ze goed in de
juiste transportstand.
4. Zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje om
alle krachtbronnen te isoleren en controleer dat deze
inderdaad zijn uitgeschakeld.
5. Ontgrendel alle onderdelen met opgeslagen energie.
6. Verzeker u ervan dat alle bewegende onderdelen tot
stilstand zijn gekomen.
7. Verwijder de blokkage met een gepast en sterk houten
instrument. Let erop dat het houten instrument
voldoende steun heeft in de cilinder en voorkom
overmatig gebruik van kracht om schade te voorkomen.
8. Let erop dat u het houten instrument weer uit de
maaicilinder verwijdert voordat u de krachtbron
inschakelt.
9. Indien nodig de cilinder herstellen of aanpassen.
Gewichtsoverbrenging/tractie-
ondersteuning gebruiken
De machine is voorzien van een regelbaar hydraulisch systeem
voor gewichtsoverbrenging om de grip van de wielen op het
gras te verbeteren - tractieondersteuning.
Hydraulische druk in de hefinrichting van de maaidekken
zorgt voor een opwaartse kracht die het gewicht van
het maaidek op de grond vermindert en het gewicht als
een neerwaartse kracht overbrengt op de wielen van de
maaimachine. Dit wordt gewichtsoverbrenging genoemd.
Om de gewichtsoverbrenging in te schakelen: De
mate van gewichtsoverbrenging kan afgestemd worden
op de maaiomstandigheden door het handwiel van de
gewichtsoverbrenging (Figuur 42) als volgt te draaien:
1. Draai de borgmoer van de klep een halve draai linksom
los en houd vast (Figuur 42).
2. Draai het handwiel van de klep (Figuur 42).
•
Linksom (tegen de klok in) om de
gewichtsoverbrenging te verminderen.
•
Rechtsom om de gewichtsoverbrenging te
vergroten.
3. Draai de moer vast.
1
2
1. Vergrendelingswiel
De kantelbeveiligingsinrich-
ting invouwen.
Het geraamte van de kantelbeveiligingsinrichting kan naar
beneden gevouwen worden om onder lage obstakels door
te rijden.
28
Figuur 42
2. Handwiel
gewichtsoverbrenging
g014435