Pagina 1
Form No. 3363-514 Rev A XL 320 Gazontractor Modelnr.: 71257—Serienr.: 310000001 en hoger Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u Vertaling van de oorspronkelijke naar www.Toro.com. tekst (NL)
Instructies voor veilige bediening van een erkende servicedealer of met de klantenservice (rijdende) maaimachines met zittende van Toro U dient hierbij altijd het modelnummer en bestuurder ............3 het serienummer van het product te vermelden. De Veilige bediening Toro-zitmaaiers ......5 locatie van het plaatje met het modelnummer en het Geluidsdruk ............
◊ zich onvoldoende bewust zijn van de – hellingafwaarts op een helling van meer dan 15°. specifieke omstandigheden van het terrein, • Denk eraan dat elke helling gevaarlijk is. Het rijden met name op hellingen, op met gras begroeide hellingen vereist bijzondere ◊...
– voordat u verstoppingen losmaakt of het uitwerpkanaal ontstopt; De volgende paragraaf bevat veiligheidsinstructies die – voordat u de maaimachine controleert, reinigt of specifiek zijn toegesneden op Toro-producten en niet daaraan werkzaamheden verricht; zijn opgenomen in de CEN-norm. – als u een vreemd voorwerp raakt. Controleer...
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 15 graden. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden. Langs de betreffende lijn van de aanbevolen hellingshoek vouwen.
Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele 93-6674 Toro-maaimachine is. 1. Handen kunnen worden gesneden – Lees de instructies voordat u service- of onderhoudswerkzaamheden uitvoert. 92-5730 1. Choke 3.
Pagina 8
93-7009 1. Waarschuwing – Gebruik de maaimachine niet als de grasgeleider omhoog geklapt of verwijderd is; zorg ervoor dat de grasgeleider is gemonteerd. 2. Handen of voeten kunnen worden gesneden/geamputeerd, maaimes – Blijf uit de buurt van bewegende onderdelen. 99-8142 1.
Algemeen overzicht Gebruiksaanwijzing van de machine Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Brandstof bijvullen Gebruik normale loodvrije benzine voor automobielen (octaangetal minimaal 85). Gelode normale benzine kan worden gebruikt als loodvrije benzine niet verkrijgbaar Figuur 4 Belangrijk: Gebruik nooit methanol, benzine 1.
• Houdt de benzine vers gedurende opslag van maximaal 90 dagen. Als u de machine langer wilt opslaan, moet u de benzine aftappen uit de In bepaalde omstandigheden kan tijdens het brandstoftank. tanken statische elektriciteit worden ontladen waardoor vonken ontstaan die benzinedampen •...
Figuur 7 1. Instelknoppen Figuur 6 2. Schuif de stoel in de gewenste positie en draai de 1. Koppelings-/rempedaal 2. Parkeerremhendel knoppen weer vast. Bediening van de mesregeling 2. Trek de parkeerremhendel (Figuur 6) omhoog en neem uw voet langzaam van het (PTO) koppelings-/rempedaal.
De maaihoogte instellen Met de maaihoogtehendel stelt u het maaidek in op de gewenste maaihoogte. De maaihoogte kan in zeven standen worden gezet, van ongeveer 25 tot 102 mm. Trek aan de maaihoogtehendel en zet deze in de gewenste stand (Figuur 9). Figuur 11 1.
Het veiligheidssysteem gebruiken Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. Figuur 13 • Controleer elke dag de werking van 1. KeyChoice-schakelaar de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de tractor weer in gebruik neemt.
3. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand, stel de parkeerrem in werking, schakel de aftakas uit en start de motor. Als de motor loopt, zet u de parkeerrem vrij en komt u iets overeind uit de bestuurdersstoel. De motor moet afslaan. 4.
Het gras zijwaarts afvoeren of koppelings-/rempedaal intrappen, voordat u in of uit de achteruit-stand schakelt. mulchen Zet de tractor altijd in beweging door het koppelings-/rempedaal in te trappen en de gewenste versnelling in te schakelen. Als de tractor eenmaal in beweging is, kunt u in elke versnelling vooruit schakelen Zonder aangebrachte grasgeleider, zonder het koppelings-/rempedaal in te trappen.
betere verspreiding van het maaisel, wat de vertering en bemesting ten goede komt. • Het tempo waarmee het gras groeit, varieert per jaargetijde. Om dezelfde maaihoogte te behouden, wat een goede gewoonte is, moet u in het vroege voorjaar vaker maaien. Als de groeisnelheid in de zomer afneemt, maait u minder vaak.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • De motorolie verversen. Na de eerste 5 bedrijfsuren • Het motoroliepeil controleren. • Controleer de remmen. • Maaimes controleren. Bij elk gebruik of dagelijks •...
Smering Onderhoud motor Tractor smeren Motorolie verversen Smeer de tractor met smeervet voor algemene Controleer het oliepeil om de 8 bedrijfsuren of dagelijks. doeleinden na elke 25 bedrijfsuren of eenmaal per jaar, Ververs de motorolie na de eerste 5 bedrijfsuren en waarbij de kortste periode moet worden aangehouden.
4. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand. 5. Stel de parkeerrem in werking. 6. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn. 7. Verwijder het contactsleuteltje. 8. Open de motorkap. 9. Plaats een opvangbak onder de oliepeilstok/vulopening en verwijder de aftapplug (Figuur 20).
Om de 100 bedrijfsuren 1. Schakel de aftakas uit, stel de parkeerrem in werking, zet de motor af en verwijder het contactsleuteltje. 2. Open de motorkap. 3. Maak de omgeving van het luchtfilter schoon om te voorkomen dat vuil in de motor komt en schade veroorzaakt.
Schuimelement en papierelement installeren Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat het complete luchtfilter gemonteerd is, daar anders de motor kan worden beschadigd. 1. Plaats het schuimelement en het papierelement op de ventilatorbehuizing. Opmerking: De rubberen afdichting moet vlak tegen de bodem van het luchtfilter aan liggen. 2.
Bougie monteren Onderhoud 1. Monteer de bougie en de metalen afdichtring. brandstofsysteem Opmerking: Controleer of de elektrodenafstand correct is. Brandstof aftappen uit de 2. Draai de bougie vast met een torsie van 20 Nm. brandstoftank 3. Sluit de bougiekabel aan op de bougie (Figuur 23). 4.
Onderhoud elektrisch systeem Onderhoud van de accu Houd de accu altijd schoon en volledig geladen. Gebruik een tissue om de accu en de accubak schoon te maken. Als de accupolen zijn geoxideerd, moet u deze schoonmaken met een oplossing van vier delen water en één deel zuiveringszout.
Zuurpeil controleren 1. Klap de zitting naar voren. Hieronder bevindt zich de accu. 2. Kijk aan de zijkant van de accu. Het zuurpeil moet tot aan de bovenste streep komen (Figuur 27). Figuur 27 Figuur 26 1. Vuldoppen 3. Onderste streep 1.
3. Verwijder de vuldoppen van de accu (Figuur 27). 4. Giet langzaam gedistilleerd water in elke cel van de accu totdat het zuurpeil de bovenste streep (Figuur 27) op de accubehuizing bereikt. Belangrijk: De accu niet te vol vullen; uitgelopen accuzuur (zwavelzuur) kan ernstige corrosie en beschadiging van het chassis veroorzaken.
Onderhoud Onderhouden remmen aandrijfsysteem Onderhoud van de parkeerrem De rem bevindt zich aan de rechterkant van de achteras, Bandenspanning controleren in het achterwiel. Als de parkeerrem niet goed werkt of niet voldoende remkracht heeft, moet u deze afstellen. Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren De juiste bandenspanning voor de voor- en achterbanden De parkeerrem controleren is 138 kPa (20 psi).
Onderhoud van het Belangrijk: Als de parkeerrem is vrijgezet, moeten de achterwielen vrij kunnen draaien maaimes als u de tractor duwt. Als de rem sleept, draai dan de stelmoer een beetje los tot de wielen Om een goed maairesultaat te verkrijgen, moet u het vrij kunnen draaien.
Het mes monteren om het mes vast te zetten, zodat u de bout kunt losdraaien. 1. Monteer het mes, de meshouder, de klemring (holle kant naar het mes toe) en de mesbout (Figuur 33). Belangrijk: Het gebogen deel van het mes moet naar de binnenzijde van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen.
Pagina 29
Als u het maaidek verwijdert, kan de veergespannen maaihoogtehendel plotseling losschieten, waardoor u of anderen letsel kunnen oplopen. Zet de maaihoogtehendel in stand "D" en verwijder de veer van de maaihoogte-instelling om de veerspanning op te heffen. 10. Zet de maaihoogtehendel in inkeping ''A''. Figuur 39 11.
9. Schuif het maaidek vanaf de rechterkant onder het chassis. 10. Monteer de drijfriem van het maaidek op de motorpoelie (Figuur 40). Opmerking: U kunt de riemgeleiders voorzichtig net ver genoeg van de poelie buigen om de riem te plaatsen. Als het te moeilijk is om de riem te plaatsen, kunt u de bouten en moeren losmaken waarmee de riemgeleiders zijn bevestigd.
en achterbanden de aanbevolen spanning hebben; zie Bandenspanning controleren. 1. Parkeer de tractor op een horizontaal oppervlak. 2. Schakel de aftakas uit. 3. Zet de rijsnelheidshendel in de neutraalstand. 4. Stel de parkeerrem in werking. 5. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende onderdelen tot stilstand gekomen zijn.
Pagina 32
9. Zet de maaihoogtehendel in inkeping ''C''. 13. Herhaal stap 11 en 12.@@@5 aan de andere kant van het maaidek. 10. U controleert de schuinstand van het maaimes door de afstand tussen de onderkant van het 14. Controleer nogmaals de schuinstand. Als de maaidek (middenvoor en middenachter) en de vlakke voorzijde van het maaidek meer dan 16 mm lager ondergrond te meten (Figuur 43).
Reiniging Onderkant van maaimachine wassen Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Telkens nadat u de maaimachine heeft gebruikt, moet u de onderkant van de machine wassen om te voorkomen dat er zich gras verzamelt. Hierdoor wordt het gras beter fijn gemaakt en het maaisel beter verstrooid. Figuur 46 1.
Stalling Opmerking: Als de maaimachine na de wasbeurt niet schoon is, moet u deze 30 minuten laten inweken. Herhaal daarna deze procedure. 1. Schakel de aftakas uit. 13. Laat de motor opnieuw één tot drie minuten lopen 2. Stel de parkeerrem in werking. om het overtollig water te verwijderen.
Pagina 35
G. Voer de gebruikte olie af volgens de plaatselijk geldende voorschriften. Belangrijk: Benzine waaraan stabilizer/conditioner is toegevoegd, niet langer dan 90 dagen bewaren. 12. Verwijder en controleer de bougie; zie Onderhoud van de bougie. Nadat de bougie uit de cilinder is (zijn) verwijderd, giet u twee eetlepels motorolie in de bougie-opening.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De startmotor slaat niet aan. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. Schakel de aftakas uit. 2. De parkeerrem is niet in werking. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. De accu is leeg. 3.
Pagina 37
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De machine trilt abnormaal. 1. Het maaimes is verbogen of niet in 1. Een nieuw mes monteren. balans. 2. De bevestigingsbout van het maaimes 2. De bevestigingsbout van het maaimes zit los. vastdraaien. 3. De bevestigingsbouten van de motor 3.
Pagina 39
Spypros Stavrinides Limited Cyprus 357 22 434131 Surge Systems India Limited India 91 1 292299901 T-Markt Logistics Ltd Hungary 36 26 525 500 Toro Australia Australia 61 3 9580 7355 Toro Europe BVBA Belgium 32 14 562 960 374-0102 Rev D...
Pagina 40
Hierop is de garantie voor commercieel gebruik van toepassing. Plichten van de eigenaar Garantie voor commercieel gebruik U dient uw Toro product te onderhouden zoals wordt beschreven in de Toro Op consumentenproducten en werktuigen die worden gebruikt voor gebruikershandleiding. Dit routineonderhoud is voor uw rekening, ongeacht of commerciële en institutionele doeleinden of worden verhuurd, wordt garantie...