Pagina 1
Form No. 3372-715 Rev A DH 210 Gazontractor Modelnr.: 74585—Serienr.: 312000001 en hoger G017868 Om uw product te registreren of om een gebruikershandleiding of onderdelencatalogus te downloaden, gaat u Vertaling van de oorspronkelijke naar www.Toro.com. tekst (NL)
Toro U dient hierbij altijd het modelnummer en het serienummer van het product te vermelden. De locatie van het plaatje met het modelnummer en het serienummer van het product is aangegeven op Figuur 1.
Grasvanger plaatsen ........... 31 (rijdende) maaimachines met zittende Grasvanger en tunnel reinigen......31 bestuurder ............4 Onderhoud van het maaidek........32 Veilige bediening Toro zitmaaiers......6 Onderhoud van de maaimessen ......32 Geluidsdruk ............6 Maaidek verwijderen........... 33 Geluidsniveau............6 Maaidek monteren..........
Veiligheid ◊ te snel rijden, ◊ onjuist gebruik van de rem, Instructies voor veilige ◊ het type machine is niet geschikt voor het specifieke werk, bediening van (rijdende) ◊ zich onvoldoende bewust zijn van de maaimachines met zittende specifieke omstandigheden van het terrein, met name op hellingen, bestuurder ◊...
• Gebruik de maaimachine niet op de volgende – versnelling in neutraalstand zetten en parkeerrem hellingen: in werking stellen; – dwars op een helling van meer dan 10°; – motor afzetten en sleuteltje uit het contact nemen. – helling op of af bij een helling van meer dan 15°. •...
Veilige bediening Toro zitmaaiers De volgende paragraaf bevat veiligheidsinstructies die specifiek zijn toegesneden op Toro-producten en niet zijn opgenomen in de CEN-norm. Gebruik uitsluitend door Toro goedgekeurde werktuigen. De garantie kan komen te vervallen als u de machine gebruikt met werktuigen die niet zijn goedgekeurd.
Hellingsindicator G011841 Figuur 3 Deze pagina mag worden gekopieerd voor persoonlijk gebruik. 1. De maximale hellingshoek waarbij u de machine veilig kunt gebruiken is 10 graden bij het maaien van hellingen en 15 graden bij het maaien heuvel op of af. Gebruik het hellingsschema om de hellingshoek te bepalen voordat u de machine bedient. Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 15 graden.
Veiligheidsstickers en veiligheidsinstructies zijn gemakkelijk zichtbaar voor de bestuurder en bevinden zich bij plaatsen waar gevaar kan ontstaan. Vervang alle beschadigde of verdwenen stickers. Merkteken van fabrikant 1. Geeft aan dat het mes onderdeel van een originele Toro-maaimachine is. 104-3238 1. Startprocedure 6. De parkeerrem vergrendelen.
Pagina 9
106-8552 1. Gras opvangen 2. Recyclen 119-2725 1. Waarschuwing – Lees de Gebruikershandleiding. 2. Waarschuwing - Verwijder de bougiekabel voordat u de machine onderhoudt. 3. Machine kan kantelen – Gebruik de machine niet op hellingen van meer dan 10 graden. 4.
Algemeen overzicht Gebruiksaanwijzing van de machine Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker- en rechterzijde van de Bedieningsorganen machine. Zorg dat u vertrouwd bent met de bedieningsorganen Brandstof bijvullen voordat u de motor start en de machine gebruikt (Figuur 4). Gebruik loodvrije, normale benzine voor auto's (octaangetal minimaal 87).
Belangrijk: Gebruik nooit brandstofadditieven GEVAAR die methanol of ethanol bevatten. In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst Voeg de juiste hoeveelheid stabilizer/conditioner aan ontvlambaar en zeer explosief. Brand of explosie de benzine toe. van benzine kan brandwonden bij u of anderen en materiële schade veroorzaken.
Parkeerrem gebruiken Stel de parkeerrem altijd in werking wanneer u de machine stopt of deze onbeheerd achterlaat. Parkeerrem in werking stellen 1. Trap het rempedaal in (Figuur 4) en houd dit ingetrapt. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. Schuif de parkeerremhendel (Figuur 5) en neem uw voet langzaam van het rempedaal.
Opmerking: De motor zal niet starten als de gras rijdt, om beschadiging van de maaimessen te voorkomen. maaimessen zijn ingeschakeld. 1. Druk op de knop op de maaihoogtehendel en houd 5. Om een koude motor te starten, moet u de de knop ingedrukt (Figuur 7).
Het veiligheidssysteem gebruiken Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks VOORZICHTIG Niet-aangesloten of beschadigde interlockschakelaars kunnen onverwachte gevolgen hebben op de werking van de machine. Dit kan lichamelijk letsel veroorzaken. • Laat de interlockschakelaars ongemoeid. • Controleer elke dag de werking van de interlockschakelaars en vervang beschadigde schakelaars voordat u de machine weer in gebruik neemt.
Opmerking: Een rood lampje op het voorste schakelt u de aftakas in en zet u het tractiepedaal in paneel (Figuur 11) gaat branden om aan te geven de achteruitstand. De motor moet afslaan. dat de interlockschakelaar is uitgezet. 5. Schakel de aftakas uit en zet het tractiepedaal in de neutraalstand.
Gebruik van de machine Om langzamer te rijden, laat u het pedaal van de achteruit versnelling opkomen. 1. Stel de parkeerrem in werking. Belangrijk: Om schade aan de transmissie te 2. Zet de aandrijfhendel in de bedieningsstand voorkomen, moet u altijd eerst de parkeerrem (Figuur 12) om het aandrijfsysteem in te schakelen.
Het maaisel uitwerpen langs (aftakas) worden uitgeschakeld als de zoemer klinkt. achteren 1. Maak de vergrendelpal los (Figuur 14). Als het gras te lang is om opgevangen te worden, moet u misschien maaien zonder grasvanger. 1. Maak de vergrendelpal los (Figuur 16). G017876 Figuur 14 G017876...
Tips voor bediening en gebruik • Om de beste resultaten te verkrijgen, moet u de motor op het maximale toerental laten draaien. Om het gras goed af te maaien is lucht nodig; zet de maaihoogte dus niet te laag en zorg dat de maaimachine niet helemaal door ongemaaid gras omgeven is.
Pagina 19
• Gebruik de wasaansluiting om maaisel en vuil van de onderkant van het maaidek te verwijderen. Als zich gras en vuil in de maaimachine verzamelt, leidt dat uiteindelijk tot een onbevredigend maairesultaat. • Zorg dat u gedurende het hele seizoen steeds met scherpe messen maait.
Onderhoud Opmerking: Bepaal vanuit de normale bedieningspositie de linker – en rechterzijde van de machine. Aanbevolen onderhoudsschema Onderhoudsinterval Onderhoudsprocedure • De motorolie verversen. Na de eerste 5 bedrijfsuren • Veiligheidssysteem controleren. • Controleer het motoroliepeil. • Accuzuur controleren. Bij elk gebruik of dagelijks •...
Smering 6. Zet een smeerpistool op elke smeernippel en pomp hier vet in. 7. Veeg overtollig vet weg. Machine smeren Smeerpunten Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren/Jaarlijks (houd hierbij de kortste periode aan)—Invetten en smeren van de machine. (De machine vaker invetten en smeren bij het werken onder stoffige of zanderige condities.) Methode van smeren...
Onderhoud motor Onderhoud van het luchtfilter Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsu- ren—Schuimelement van luchtfilter reinigen. (Pleeg vaker onderhoud bij gebruik van de machine onder stoffige of vuile condities.) Om de 100 bedrijfsuren—Luchtfilter onderhoudsbeurt geven. (Pleeg vaker onderhoud bij gebruik van de machine onder stoffige of vuile condities.) 1.
Schuimelement en papierelement 7. Maak de omgeving van de peilstok (Figuur 24) installeren schoon, zodat er geen vuil in de vulopening kan komen, wat in motorschade kan resulteren. Belangrijk: Motor nooit laten lopen zonder dat het complete luchtfilter gemonteerd is, daar anders de motor kan worden beschadigd.
Onderhoud van de bougie 9. Verwijder de pluggen zodat de olie in de opvangbakken kan lopen (Figuur 24). Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren—Bougie 10. Als de olie er geheel is uitgelopen moet de aftapplug controleren. weer worden geplaatst en goed vastgedraaid. Om de 100 bedrijfsuren—Bougie Opmerking: Recycleer de gebruikte motorolie op vervangen.
Onderhoud brandstofsysteem Brandstof aftappen uit de brandstoftank Figuur 27 Maak de brandstoftank leeg als u de machine langer dan 30 dagen niet gebruikt. 1. Centrale elektrode met 3. Elektrodenafstand (niet op isolator schaal weergegeven) 2. Massa-elektrode GEVAAR In bepaalde omstandigheden is benzine uiterst Belangrijk: Bougie nooit schoonmaken.
Figuur 28 1. Slangklem 3. Brandstoffilter 2. Brandstofslang Figuur 29 8. Trek de brandstofslang van het brandstoffilter (Figuur 28). 1. Brandstofafsluitklep 9. Open de brandstofafsluitklep en laat de benzine in een goedgekeurd benzinevat of een opvangbak 7. Druk de uiteinden van de slangklemmen naar elkaar lopen.
Onderhoud elektrisch 10. Buig de draadlippen achter de gloeilamp om deze op haar plaats te houden. systeem 11. Plaats de beugel van de gloeilamp. De koplampen vervangen Zekeringen vervangen 1. Schakel de maaimessen (aftakas) uit. De elektrische installatie is beveiligd door middel van 2.
Accu verwijderen WAARSCHUWING Als accukabels verkeerd worden verbonden, WAARSCHUWING kan dit schade aan de machine en de kabels tot Accupolen of metalen gereedschappen kunnen gevolg hebben en vonken veroorzaken. Hierdoor kortsluiting maken met metalen onderdelen van kunnen accugassen tot ontploffing komen en de machine, waardoor vonken kunnen ontstaan.
Opmerking: het zuurpeil mag niet beneden de 3. Verwijder de vuldoppen van de accu en sluit een onderste streep komen (Figuur 34). acculader van 2 A aan op de accupolen. 3. Als het zuurpeil te laag is, moet u bijvullen met de 4.
Onderhoud Opmerking: Als de machine meer dan 1 m neemt om te stoppen in de hoogste versnelling moet u de rem aandrijfsysteem aanpassen. Rem controleren Bandenspanning controleren Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks Onderhoudsinterval: Om de 25 bedrijfsuren/Jaarlijks 1. Parkeer de machine op een horizontaal oppervlak. (houd hierbij de kortste periode aan) 2.
De grasvanger een niet functioneren als de grasvanger niet goed is gemonteerd. onderhoudsbeurt geven 2. Ontgrendel de borgpen als u de grasvanger wilt legen. De grasvanger verwijderen Grasvanger en tunnel reinigen 1. Vergrendel de borgpen op de grasvanger (Figuur 37). 1.
Onderhoud van het gevormde sleuf in dit deel constateert, moet u een mes direct vervangen. maaidek 4. Als de veiligheidspennen zijn gebroken, moet u deze direct vervangen (Figuur 39). Onderhoud van de Belangrijk: Als de veiligheidspennen zijn maaimessen gebroken, kan de maaidekriem worden beschadigd. Controleer de riem, zie Drijfriem van maaimes Onderhoudsinterval: Bij elk gebruik of dagelijks afstellen.
Figuur 41 1. Mes 2. Mesbalans Maaimessen monteren 1. Monteer de messen, de ringen en de mesbouten (Figuur 39). G017882 Belangrijk: De gebogen randen van de messen moet naar de bovenkant van de maaikast wijzen om een goede maaikwaliteit te garanderen. Figuur 43 2.
Stalling D. Motor opnieuw starten en laten lopen totdat deze afslaat. 1. Schakel de maaimessen (aftakas) uit. E. Bedien de choke of hulpstarter. 2. Stel de parkeerrem in werking. F. Start de motor totdat deze niet meer start. 3. Zet de motor af en wacht totdat alle bewegende G.
Problemen, oorzaak en remedie Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De startmotor slaat niet aan. 1. De aftakas is ingeschakeld. 1. De aftakas uitschakelen. 2. De parkeerrem is niet in werking. 2. Stel de parkeerrem in werking. 3. De accu is leeg. 3.
Pagina 36
Probleem Mogelijke oorzaak Remedie De machine trilt abnormaal. 1. Maaimessen zijn verbogen of niet in 1. Nieuwe messen monteren. balans. 2. De bevestigingsschroeven van een 2. De bevestigingsschroeven van het maaimes zitten los. maaimes vastdraaien. 3. De bevestigingsbouten van de motor 3.
*Oorspronkelijke koper': de persoon die het Toro product oorspronkelijk heeft gekocht. Algemene voorwaarden Voor bepaalde motoren van Toro producten geldt een garantie van de fabrikant van de motor. De koper wordt beschermd door de nationale wetgeving van elk land. De rechten waarover de koper beschikt op grond van deze wetgeving, Thuisgebruik betekent gebruik van het product op het terrein dat bij uw huis hoort.