Waarschuwingssystemen
Waarschuwingslampje oververhitting koelvloeistof
Het waarschuwingslampje van de koelvloeistof gaat branden,
de signaaltoon klinkt en de maaidekken stoppen (Figuur 12).
1
Figuur 12
1. Waarschuwingslampje oververhitting motorkoelvloeistof
Waarschuwingslampje oververhitting hydraulische olie
Het waarschuwingslampje gaat branden en de signaaltoon
klinkt als de temperatuur van de hydraulische vloeistof in het
reservoir boven 95 °C stijgt (Figuur 13).
1
Figuur 13
1. Waarschuwingslampje oververhitting hydraulische olie
G014551
G014552
Waarschuwingslampje lage accuspanning
Het waarschuwingslampje voor de accuspanning gaat branden
bij een lage accuspanning (Figuur 14).
1
1. Waarschuwingslampje lage accuspanning
Waarschuwingslampje lage motoroliedruk
Het waarschuwingslampje voor de druk van de motorolie
gaat branden als de oliedruk te laag is (Figuur 15).
1
1. Waarschuwingslampje lage motoroliedruk
Uitschakelen maaicilinders
De maaicilinders worden uitgeschakeld wanneer de
bedrijfstemperatuur 115 °C bereikt.
Claxon
Druk op de claxonknop voor een geluidssignaal (Figuur 16).
Belangrijk: De claxon treedt automatisch in werking bij
een te hoge temperatuur van de motorkoelvloeistof of de
hydraulische vloeistof. STOP direct de motor en herstel
de machine alvorens de motor opnieuw te starten.
1
1. Claxon
16
G014553
Figuur 14
G014554
Figuur 15
G014555
Figuur 16