G014549
Figuur 10
Bestuurdersstoel
WAARSCHUWING
Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen,
1
moet u eerst controleren of het mechanisme van de
bestuurdersstoel goed functioneert en na verstelling
en vergrendeling stevig op zijn plaats blijft.
De stoel mag uitsluitend worden versteld als de
maaimachine stilstaat en op de handrem is gezet.
Lengte-instelling: Met de stoelverstelhendel kan de
gebruiker de stoel naar voren en naar achteren schuiven
(Figuur 11).
Instellen gewicht bestuurder: Draai de hendel rechtsom
om de vering strakker in te stellen en linksom om de vering
minder strak in te stellen (Figuur 11).
2
CW
CCW
G014550
Figuur 11
1. Instelhendel
2. Hendel voor gewicht van
bestuurdersstoel
bestuurder
15