1
1. Gashendel
Rijden
Vooruitrijden: Trap het Vooruit-pedaal in om de rijsnelheid
te verhogen. Laat het pedaal opkomen om de rijsnelheid te
verminderen (Figuur 8).
Achteruitrijden: Trap het Achteruit-pedaal in om de
rijsnelheid te verhogen. Laat het pedaal opkomen om de
rijsnelheid te verminderen (Figuur 8).
Stop (neutraal):Laat de rijpedalen (vooruit of achteruit) los.
1. Rijpedaal Achteruit
G014547
Figuur 7
1
2
Figuur 8
2. Rijpedaal Vooruit
Transportvergrendelingen
Hef altijd de maaidekken op in de transportstand en zet deze
vast met de transportvergrendelingen en veiligheidssluitingen
als u van het ene naar het andere werkgebied rijdt (Figuur 9).
Schakelaar maaiaandrijving
Stel de schakelaar voor de maaiaandrijving altijd in op Uit als
u van het ene werkgebied naar het andere rijdt.
Verstelbare stuurkolom
WAARSCHUWING
Alvorens de maaimachine in gebruik te nemen,
moet u eerst controleren of het verstelmechanisme
van de stuurkolom goed functioneert en het
stuurwiel stevig is vergrendeld.
Het stuurwiel en de stuurkolom mogen uitsluitend worden
versteld als de maaimachine stilstaat en op de handrem is
gezet.
1. Om het stuurwiel te kantelen, drukt u het pedaal in.
g014420
2. Breng de stuurkolom in de meest comfortabele positie
en laat het pedaal los (Figuur 10).
14
G014548
Figuur 9