Afb. 19
KNOP VOOR OP NUL
ZETTEN VAN DE DAGTELLER
Afb. 19
Druk voor het op nul zetten van de
dagtellerstand enkele seconden op de
knop A.
DE LICHTINTENSITEIT VAN
HET INSTRUMENTENPANEEL
HANDMATIG INSTELLEN
Met deze functie kan de lichtintensiteit
van de symbolen/het instrumenten-
paneel, het autoradiodisplay, het display
van de klimaatregeling, het display van
het radio-/navigatiesysteem (voor be-
A0F0072m
paalde uitvoeringen/markten, waar
voorzien) en de instrumenten (brand-
stofmeter, olietemperatuurmeter (ben-
zine-uitvoeringen) of turbodrukmeter
(dieseluitvoeringen) en de koelvloei-
stoftemperatuurmeter) worden ingesteld
op 8 niveaus.
Druk voor het instellen van de licht-
intensiteit kort op de knop + op de
linkerhendel voor het verhogen of
op de knop – voor het verlagen van de
intensiteit: op het display worden een
bericht en een getal dat de op dit
moment geselecteerde lichtintensiteit
aangeeft weergegeven. Dit scherm blijft
enkele seconden zichtbaar en verdwijnt
vervolgens.
AUTOMATISCHE REGELING
VAN DE LICHTINTENSITEIT
Voor maximale zichtbaarheid en maxi-
maal comfort onder alle rijomstandig-
heden (bijvoorbeeld als er overdag wordt
gereden met ingeschakeld licht of als er
in tunnels wordt gereden) heeft de snel-
heidsmeter een sensor; als de elektroni-
sche sleutel in het contact wordt geplaatst
en de knop START/STOP wordt
ingedrukt, dan wordt de lichtintensiteit
van de symbolen/het instrumenten-
paneel, het autoradiodisplay, het display
van de klimaatregeling, het display van
het radio-/navigatiesysteem (voor be-
paalde uitvoeringen/markten, waar
voorzien) en de instrumenten (brand-
stofmeter, motorolietemperatuurmeter
(benzine-uitvoeringen) of turbodruk-
meter (dieseluitvoeringen) en de koel-
vloeistoftemperatuurmeter) ingesteld.
25