WAARSCHUWING Zet de motor na
een zware rit niet onmiddellijk uit, maar
laat de motor even stationair draaien.
Hierdoor kan de temperatuur in de
motorruimte dalen.
WAARSCHUWING Als de auto
wordt uitgeschakeld, worden de elek-
tronische beveiligingssystemen uitge-
schakeld en de buitenverlichting ge
doofd.
WAARSCHUWING Als de motor
wordt uitgeschakeld terwijl de auto rijdt,
dan kan de elektronische sleutel om
veiligheidsredenen niet uit het contact
worden verwijderd. Als u de sleutel wilt
verwijderen, schakelt u het instrumen-
tenpaneel in en uit door op de knop
START/STOP te drukken bij los-
gelaten rem- of koppelingspedaal en stil-
staande auto.
Het heeft geen enkel nut
gas te geven voordat
u de motor uitschakelt;
dit is verspilling van brandstof
en is schadelijk, vooral voor
motoren met turbocompressor.
142
Afb. 1
DE ELEKTRONISCHE SLEUTEL
IN NOODGEVALLEN
VERWIJDEREN
Als er een probleem is met het uitscha-
kelen van de auto of het ontgrendel-
mechanisme van de elektronische sleu-
tel, ga dan als volgt te werk:
❒ druk de ontgrendelknop in om de
metalen baard uit te laten klappen
(zie de paragraaf „Elektronische
sleutel" in het hoofdstuk „Dash-
board en bediening");
❒ steek de metalen baard B-Afb. 1
van de elektronische sleutel in de
opening A;
❒ verwijder de elektronische sleutel uit
het contact.
WAARSCHUWING Steek andere
voorwerpen dan de metalen baard B van
de elektronische sleutel in de opening
A-Afb.1.
WAARSCHUWING Zet de auto stil
voordat de elektronische sleutel op
deze manier wordt verwijderd; als de
sleutel bij een draaiende motor wordt
A0F0043m
verwijderd, worden de motor en het
instrumentenpaneel uitgeschakeld en
het stuurslot niet ingeschakeld.