STARTEN MET
EEN HULPACCU
Als de accu leeg is, kan de motor wor-
den gestart met een hulpaccu, die ten
minste dezelfde capaciteit moet heb-
ben als de lege accu.
Ga voor het starten als volgt te werk
Afb. 1:
❒ verbind de pluspolen (+ vlak bij de
pool) van de beide accu's met een
startkabel;
❒ sluit een tweede startkabel aan op
de minpool (–) van de hulpaccu en
op de massa-aansluiting E op de
motor van de auto die moet worden
gestart;
❒ start de motor;
❒ haal de kabels in de omgekeerde
volgorde los terwijl de motor draait.
170
Afb. 1
Als de motor na enkele pogingen niet
aanslaat, stop dan met starten en ga
naar een dealer van het Alfa Romeo
Servicenetwerk.
WAARSCHUWING Verbind de min-
klemmen van de twee accu's niet di-
rect met elkaar: eventuele vonken kun-
nen het explosieve gas ontsteken dat
uit de accu kan ontsnappen. Als de hulp-
accu is geïnstalleerd aan boord van een
andere auto, mogen tussen deze auto
en de auto met de lege accu niet per
ongeluk metalen delen met elkaar in
verbinding staan.
Gebruik voor een nood-
start absoluut nooit een
accusnellader: hierdoor
kunnen de elektrische systemen
en de regeleenheden voor het
motormanagementsysteem wor-
den beschadigd.
A0F0201m
OPGELET
Deze
mag alleen door des-
kundige personen worden uit-
gevoerd, omdat er bij verkeer-
de handelingen vonken kunnen
ontstaan. De vloeistof in de
accu is giftig en corrosief. Ver-
mijd contact met de huid en de
ogen. Kom ook niet met open
vuur of een brandende sigaret
in de buurt van een accu en ver-
oorzaak geen vonken.
startprocedure