Storing bij het starten van
de motor
Het systeem kan herkennen dat de mo-
tor niet aanslaat of dat de motor afslaat.
In dat geval wordt de elektronische
sleutel ontgrendeld, zodat de bestuurder
de volgende handelingen kan uitvoeren:
❒ schakel het instrumentenpaneel uit
met behulp van de START/STOP-
knop of door de elektronische sleutel
uit het contact te verwijderen;
❒ start de motor door het koppelings-/
rempedaal in te trappen en de
START/STOP-knop in te drukken.
WAARSCHUWING Als de motor
afslaat en de auto rijdt, kan de elektro-
nische sleutel om veiligheidsredenen niet
uit het contact worden verwijderd. Druk
om de sleutel te verwijderen op de knop
START/STOP met ingetrapt rem- of
koppelingspedaal en bij stilstaande
auto.
MOTOR OPWARMEN
NA HET STARTEN
(benzine en diesel)
Ga als volgt te werk:
❒ rijd rustig weg, laat de motor niet
met hoge toerentallen draaien en
trap het gaspedaal niet bruusk in;
❒ verlang de eerste kilometers geen
maximale prestaties. Wij raden u
aan te wachten tot de wijzernaald
van de koelvloeistoftemperatuur-
meter begint te bewegen.
DE MOTOR UITZETTEN
Druk de START/STOP-knop in terwijl
de auto stilstaat. Als de motor is uitge-
schakeld, kan de elektronische sleutel
uit het contact worden verwijderd.
OPGELET
In noodgevallen of om
veiligheidredenen kan
de motor bij een rijdende auto
worden uitgeschakeld door
een aantal malen (drie keer
binnen 2 seconden) de START/
STOP-knop in te drukken en
vervolgens de knop enkele
seconden ingedrukt te houden.
In dat geval kunt u geen ge-
bruik meer maken van de
stuurbekrachtiging.
141