Hoofdstuk 4 - Hulpstukken
4.3
CAPACITEIT VAN TELESCOOPLADER/
HULPSTUK/VORKEN
Controleer voordat u het hulpstuk installeert of het goedgekeurd is en of de
telescooplader is voorzien van de juiste capaciteitstabel. Zie "Goedgekeurde
hulpstukken" op pagina 4-1.
Bepaal de maximumcapaciteit van de telescooplader en het hulpstuk aan de hand
van de kleinste van de volgende capaciteiten:
• De op het identificatieplaatje (1) van het hulpstuk gestempelde capaciteit.
• De capaciteiten van de vorken en de lastzwaartepunten zijn op de zijkant van
elke vork (2) (indien aanwezig) gestempeld. Deze nominale waarde geeft de
maximale ladingcapaciteit aan die de afzonderlijke vork veilig kan dragen op het
maximale lastzwaartepunt (3). De totale capaciteit van het hulpstuk wordt
vermenigvuldigd met het aantal vorken op het hulpstuk (indien aanwezig), tot de
maximumcapaciteit van het hulpstuk.
• De maximumcapaciteit zoals die is aangegeven in de juiste capaciteitstabel. Zie
"Goedgekeurde hulpstukken" op pagina 4-1.
• Wanneer de ladingcapaciteit van de telescooplader verschilt van de capaciteit
van de vorken of het hulpstuk, wordt de laagste waarde de totale
ladingcapaciteit.
Gebruik de juiste capaciteitstabel om de maximumcapaciteit bij diverse machine-
uitvoeringen te bepalen. Het is mogelijk dat voor het heffen en plaatsen van een
lading meer dan één capaciteitstabel gebruikt moet worden, gebaseerd op de
machine-uitvoering.
Alle vorken, behalve steenvorken, moeten in bij elkaar passende paren worden
gebruikt; steenvorken worden in bij elkaar passende sets gebruikt.
Gebruik nooit een hulpstuk zonder dat de desbetreffende door JLG geleverde
capaciteitstabel op de telescooplader geïnstalleerd is. Nalaten om de juiste door
JLG geleverde capaciteitstabel te installeren kan een ongeluk met ernstige of
dodelijke afloop veroorzaken.
4-2
1
WAARSCHUWING
3
2
OZ0810
31200035