Hoofdstuk 2 - Vóór het werk en bedieningselementen
Parkeerrem
• De parkeerremhendel (4) regelt het in- en uitschakelen van de parkeerrem.
• Trek hem naar achteren om de parkeerrem in te schakelen.
• Duw hem naar voren om de parkeerrem uit te schakelen.
GEVAAR – MACHINE KAN WEGROLLEN. Zet de parkeerremhendel altijd in de
stand "AAN", laat de giek op de grond zakken en stop de motor alvorens de
cabine te verlaten. Wegrollen van de machine kan ernstig of dodelijk letsel
veroorzaken.
BEKNELLINGSGEVAAR. Wanneer de motor wordt uitgezet, wordt de
parkeerrem ingeschakeld. Wanneer tijdens het rijden de parkeerrem wordt
ingeschakeld of de motor wordt uitgezet, stopt de machine plotseling waardoor hij
de lading kan verliezen en ernstig of dodelijk letsel kan ontstaan. Ze mogen in
een noodsituatie worden gebruikt.
Parkeerprocedure
1. Stop de telescooplader met behulp van de bedrijfsrem op een geschikte
parkeerplaats.
2. Volg "Uitschakelprocedure" op pagina 3-4.
31200035
WAARSCHUWING
WAARSCHUWING
2-17