Hoofdstuk 2 - Vóór het werk en bedieningselementen
2.6
STOEL
Afstellingen
5
6
1
2
3 4
OZ0830
Zet voordat u de motor start de stoel als volgt in een comfortabele stand:
Voor/achter
Verplaats de stoel naar voren en achteren met de hendel (1).
Hoogte
Stel de hoogte van de zitting af met de knop (2).
Vering
Stel de vering met de knop (3) in op het juiste gewicht (4).
Rugleuning
Stel de hoek van de rugleuning af met de hendel (5).
Veiligheidsgordel
Doe veiligheidsgordel (6) tijdens bedrijf altijd om.
31200035
2-28