Hoofdstuk 2 - Vóór het werk en bedieningselementen
7. Bediening op de weg
LED brandt indien geactiveerd: De stempels, de giek, het horizontaal stellen en
het hydraulische hulpsysteem zijn uitgeschakeld. Met de joystick kunnen geen
functies worden geactiveerd.
Het uitschakelen van de ontkoppeling brandt niet en de
voorwielbesturingsmodus moet actief zijn om de machine op de weg te
bedienen.
Opmerking: Activeer deze functie alvorens op de openbare weg te rijden. Zie
"Bediening op de weg" op pagina 3-8.
8. Waarschuwingsindicator
De RODE LED brandt voor problemen met hoge prioriteit.
• Motoroliedruk
• Motortemperatuur
• Transmissietemperatuur
• Luchtfilter
• Hydrauliekoliefilter
• CAN-bus
• Motortoerentalsensor
• Druk hydrauliekoliepomp
• Kortsluiting hoofdregelklep
• Giekhoeksensor
SCHADE AAN UITRUSTING. Wanneer de rode LED brandt en een
waarschuwingstoon klinkt, de machine onmiddellijk stoppen, de giek en het
hulpstuk op de grond neerlaten en de motor stoppen. Bepaal de oorzaak
alvorens verder te gaan.
9. Indicator hulphydrauliek
Het hydraulisch systeem van het hulpstuk is in continubedrijf wanneer de LED
brandt.
(bijv. straatveger)
10. Beeldscherm
Geeft bedrijfsstatus, storingscodes en servicecodes weer. Zie pagina 2-12 voor
details.
11. Indicator anti-diefstalsysteem
LED brandt indien geactiveerd: Voer de anti-diefstalcode in. Raadpleeg
pagina 2-15 voor details.
12. Onderhoudsindicator
Geeft een onderhoudsinterval aan wanneer de LED brandt. Service is vereist.
31200035
LET OP
2-11