Hoofdstuk 2 - Vóór het werk en bedieningselementen
2.7
SPIEGELS EN RUITEN
Zorg dat alle ruiten en spiegels schoon en onbedekt zijn.
Venster van cabinedeur
• Tijdens bedrijf moet de ruit vergrendeld zijn in de open of gesloten stand.
• Open de ruit (1) van de cabinedeur en zet hem vast in de vergrendeling.
• Druk op de ontgrendelknop (2) in de cabine om de ruit te ontgrendelen.
Achterruit
• Breng de hendel (3) omhoog en duw ertegen om de achterruit (4) te openen.
• Breng de hendel omhoog en trek eraan om hem te sluiten.
2-30
4
1
2
OZ0210
3
OZ0220
31200035