Hoofdstuk 2 - Vóór het werk en bedieningselementen
Console met bedieningselementen en indicatoren
Hiermee bedient u de elektrische accessoires van de telescooplader en leest u
informatie af.
4. Grootlichtindicator: Brandt wanneer het grootlicht aan is.
5. Indicator acculading: Brandt wanneer de accu bijna leeg is.
6. Richtingaanwijzerindicator telescooplader
7. Richtingaanwijzerindicator aanhanger (optioneel)
8. Achterste werklichtschakelaar
9. Giekwerklichtschakelaar
10. Ruitenwisserschakelaar achterruit: 2 seconden of langer ingedrukt houden om
in te schakelen. Blijft AAN tot de toets wordt losgelaten.
11. Zwaailichtschakelaar (optioneel): Plaats de magnetische voet van het zwaailicht
op het cabinedak. De spanning wordt geleverd door een 12 V-aansluiting
linksachter in het cabinedak.
12. Frame horizontaal stellen: Regelt het horizontaal stellen van links naar rechts
van het frame. Er bevindt zich een scheefstandindicator (15) links van de LMI
op het dashboard zodat de machinist kan bepalen of het frame van de
telescooplader horizontaal is. Druk op de linkerkant van de schakelaar om het
frame naar links te doen hellen, druk op de rechterkant van de schakelaar om
het frame naar rechts te doen hellen.
Opmerking: Frame horizontaal stellen werkt niet bij een giekhoek die groter is dan
20 graden.
13. Schakelaar voorste werklicht (optioneel)
14. Rijlichtschakelaar
31200035
2-25