Hoofdstuk 6 - Smering en onderhoud
Transmissieolie
A. Transmissieoliepeil controleren
1
1. Schakel de parkeerrem in, zet de versnelling in "neutraal" en plaats de vorken of
het hulpstuk op de grond.
2. Controleer het transmissieoliepeil met de motor op stationair toerental bij de
normale bedrijfstemperatuur.
3. Open de motorkap.
4. Haal de transmissiepeilstok (1) eruit en controleer het oliepeil. Het oliepeil moet
tussen de merktekens "FULL" (vol) en "ADD" (bijvullen) (2) zijn.
5. Als het oliepeil laag is, vul dan bij met de benodigde Mobilfluid
hydrauliekolie voor trekkers.
6. Plaats de transmissiepeilstok terug.
7. Sluit de motorkap en zet hem vast.
6-16
8
OW1150
2
OZ0430
424
®
31200035
OW1050