van de Externe UI worden ingesteld. Schakel de SSL versleutelde communicatiefunctie in of stel
in van het bedieningspaneel met de volgende procedure.
a. Druk op [
b. Stel ieder wachtwoord in met behulp van [Wachtw.authentific.] van [Gebruikersinstell. 1]
Zie "Beveiligingsinstellingen" voor meer informatie over de SSL versleutelde communicatiefunctie.
8. Stel zo nodig [Gebruikersinstellingen 2] in op [Gebruikersinstellingen 5] met behulp van dezelfde
procedure.
Als u de status (Geldig/Ongeldig) van gebruikersinformatie wilt wijzigen
Om geregistreerde gebruikersinformatie in te schakelen schakelt u het selectievakje [Geef gebruiker vrij] in bovenaan
de doelgebruikersinformatie.
Om geregistreerde gebruikersinformatie uit te schakelen schakelt u het selectievakje [Geef gebruiker vrij] uit
bovenaan de doelgebruikersinformatie.
3. Ga verder met stap 7.
Contextinformatie opgeven die moet worden gebruikt in het SNMP v. 3-protocol
(1) Geef de contextinformatie op die in het SNMP v. 3-protocol moet worden gebruikt.
Als u contextinformatie wilt registreren
Als u contextinformatie wilt wissen
Als u contextinformatie wilt registreren
(1) Voer de contextnamen in die worden gebruikt door het SNMP v 3-protocol in [Contextnaam 1] tot en met
[Contextnaam 5] onder [Contextinstellingen]. U kunt maximaal 32 tekens invoeren.
@ 6HWXS HQ VHOHFWHHU >1HWZHUN@
[SNMP v. 3] op [Aan].
tot en met [Gebruikersinstell. 5].
>6103 Y LQVWHOO@ HQ ]HW