Afdrukken met het printerstuurprogramma
In dit gedeelte wordt de basismethode voor afdrukken met het printerstuurprogramma besproken.
OPMERKING
De afdrukmethode kan verschillen al naar gelang de toepassing die u gebruikt. Raadpleeg de instructiehandleiding bij de
toepassingssoftware voor meer informatie.
1.
Selecteer [Afdrukken] in het menu [Bestand] van de applicatie.
2.
6HOHFWHHU XZ SULQWHU ELM >1DDP@
3.
*HHI GH JHZHQVWH LQVWHOOLQJHQ RS LQ KHW VFKHUP YDQ KHW SULQWHUVWXXUSURJUDPPD
Klik op de tabbladen voor de pagina's [Pagina-instelling], [Afwerking], [Papierbron] en [Kwaliteit] en geef de gewenste
instellingen op.
NOLN RS >(LJHQVFKDSSHQ@
02X4-04F
NOLN RS >2.@