5
Algemene onderhoudsinformatie
Na draaiuren
1000
8000
Visueel controleren op lekdichtheid, een goede bevestiging en uitwendige beschadi-
ging. Op bedrijfsgeluiden controleren.
Oliepeil van de transmissie controleren
Rijmotor, stuurmotor, pompmotor
Componenten visueel controleren op een goede bevestiging en uitwendige bescha-
diging. Op bedrijfsgeluiden controleren. Externe ventilatoren reinigen. Een functie-
test uitvoeren
Stuurinrichting
Stuur op goede bevestiging controleren en draaihendel op beschadiging controleren
Stuurkolom op speling controleren
Werking van het verstelmechanisme van de stuurinrichting controleren
Werking van de stuurinrichting controleren
Draaikranslager op een soepele werking en op slijtage controleren
Tandwielen van de stuurinrichting op speling controleren en smeren
Hydraulisch remsysteem
Alle mechanische en hydraulische onderdelen van het remsysteem op toestand en
een goede werking controleren en reinigen
Remvoeringen controleren en indien nodig vervangen
Remspeling controleren
Na elke afstelling de remvertragingswaarden controleren
Remvloeistofniveau controleren
Schakelaar voor de remvloeistof, indien aanwezig, controleren
Remtest uitvoeren
Elektrische parkeerrem
Rotor reinigen en controleren
Remspeling controleren
Remvertragingswaarden controleren
Elektrische installatie
Functies voor rijden, accelereren, remmen en van richting veranderen van de regel-
eenheid van de rijaandrijving en van de regeleenheid van de pomp controleren
Kabelaansluitingen en stekkercontacten op bevestiging en corrosie controleren
Voorzieningen tegen elektrostatische ontlading controleren
342
2000
4000
10000
11000
51908078006 NL - 07/2023 - 10
5000
7000
13000
14000
Onderhoud
Uitge-
voerd