4
Omgang met de loodzuurbatterij
– Neutraliseer alle gemorste batterijzuur on-
middellijk.
– Volg de veiligheidsvoorschriften voor de
omgang met batterijzuur op; zie het hoofd-
stuk "Batterijzuur".
Beschadiging van kabels en batterij-
stekkers
LET OP
Als er kabels zijn beschadigd, bestaat er
kortsluitingsgevaar.
Zorg dat de batterijkabel niet bekneld
raakt bij het inschuiven van het schuiffra-
me samen met de batterij.
– Controleer de batterijkabel op be-
schadiging.
– Zorg bij het verwijderen en aanbren-
gen van de batterij dat de batterijk-
abels niet beschadigd raken.
LET OP
Mogelijke beschadiging van de batterijstekker.
Als de batterijstekker wordt losgekoppeld of aange-
sloten terwijl de contactschakelaar of batterijlader is
ingeschakeld, vindt er een boogontlading plaats bij
de batterijstekker. Dit kan erosie van de contacten
veroorzaken, waardoor de levensduur van de con-
tacten aanzienlijk wordt verkort.
– Schakel de contactschakelaar of de batterijlader
uit voordat de batterijstekker wordt losgekoppeld
of aangesloten.
– Koppel de batterijstekker bij ingeschakelde con-
tactschakelaar (onder last) niet los, behalve als er
sprake is van een noodgeval.
Batterij onderhouden
GEVAAR
Levens- en letselgevaar!
– Houd u aan de instructies in het hoofdstuk "Veilig-
heidsvoorschriften voor de omgang met de batte-
rij".
254
51908078006 NL - 07/2023 - 10
Bediening