1
Voorwoord
Gebruik van de machine
De ondergrond moet voldoende draagvermo-
gen hebben (beton, asfalt) en het oppervlak
ervan moet ruw zijn. De rijwegen, de werkom-
gevingen en de breedtes van de gangpaden
moeten voldoen aan de specificaties in deze
bedieningsinstructies; zie het hoofdstuk "Rij-
wegen".
Er mag op op- en aflopende hellingen wor-
den gereden zolang er wordt voldaan aan de
vastgelegde gegevens en specificaties; zie het
hoofdstuk "Rijwegen".
De machine is geschikt voor gebruik in veel
verschillende landen, variërend van noord-
se landen tot de tropen (temperatuurbereik
-10 °C tot +40 °C).
Het bedrijf dat de machine gebruikt, moet er-
voor zorgen dat er in de gebruiksomgeving
van de machine een afdoende brandbeveili-
ging voor de betreffende toepassing beschik-
baar is. Afhankelijk van de toepassing moeten
er aanvullende brandbeveiligingsmaatregelen
aan de machine worden genomen. Neem bij
twijfel contact op met de verantwoordelijke in-
stanties.
OPMERKING
Let op de definitie van de volgende verant-
woordelijke persoon: "bedrijf dat de machine
gebruikt".
12
51908078006 NL - 07/2023 - 10