Bediening
alle veiligheidsgerelateerde aspecten van de
machine omvatten.
– Reinig de machine grondig.
– Smeer de machine.
– Smeer de gewrichten en bedieningsmecha-
nismen.
– Controleer de toestand van de batterij en de
dichtheid van het zuur en laad de batterij
indien nodig op.
– Controleer de hydrauliekolie op condenswa-
ter en ververs de olie indien nodig.
– Controles en werkzaamheden voorafgaand
aan de ingebruikname uitvoeren.
– Remvloeistof verversen.
– Neem de machine in gebruik.
Tijdens de ingebruikname moet met name het
volgende worden gecontroleerd:
Aandrijving, regelsysteem, besturing
●
Remmen (bedrijfsrem, parkeerrem)
●
Schuifframe (uitschuiffunctie, inschuiffunc-
●
tie)
Hefinrichting (hefmiddelen, hefkettingen,
●
bevestiging)
OPMERKING
Raadpleeg voor verdere informatie de werk-
plaatshandleiding of neem contact op met het
geautoriseerde servicecentrum.
51908078006 NL - 07/2023 - 10
4
Buiten bedrijf stellen
331