Bediening
– Laat de vork op de grond zakken.
– Neig de hefmast naar voren tot de vorkpun-
ten op de grond rusten.
– Schuif bij voorzetapparatuur (variant) de
werkcilinders in.
– Schakel de machine uit. Verwijder de con-
tactsleutel (variant) als deze aanwezig is.
OPMERKING
De contactsleutel, FleetManager-kaart (vari-
ant), FleetManager-transponderchip (variant)
of FleetManager-pincode (variant) mag zonder
uitdrukkelijke instructie daartoe niet aan ande-
ren worden gegeven.
51908078006 NL - 07/2023 - 10
4
Parkeren
133