Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU
Register Aanduiding
1400
Startgedrag van de pomp
1401
Drukcompensatie activeren
1402
Melding overdruk
1404
Melding cavitatie
1405
Gevoeligheid luchtdetectie
1406
Instelling adaptieve regelaar
1407
Analoge ingang "Bedrijfs‐
modus"
50
Type
Weergave / betekenis
Enum
Configuratie waarin is vastgelegd hoe de pomp zich
na het opstarten moet gedragen:
0 - ALTIJD UIT
1 - ALTIJD AAN
2 - TOESTAND VLAK VOOR DE LAATSTE UIT‐
SCHAKELING
Enum
Voorwaarde voor instelmogelijkheid:
Bedrijfsmodus Auto Off actief
0 - INACTIEF
1 - ACTIEF
Enum
Configuratie waarin is vastgelegd hoe de pomp op
een overdruksituatie moet reageren:
0 - WAARSCHUWING
1 - FOUT
2 - WAARSCHUWING + FOUT
3 - INACTIEF
Enum
Configuratie waarin is vastgelegd hoe de pomp moet
reageren op een gedetecteerde cavitatie:
0 - INACTIEF
1 - WAARSCHUWING
Enum
Instelling waarin is vastgelegd hoe gevoelig de
detectie "Lucht in de kop" moet zijn:
0 - GEVOELIG
1 - MIDDELMATIG
2 - ONGEVOELIG
Enum
Informatie over hoe de adaptieve regelaar moet
werken:
0 - INACTIEF
1 - ADAPTIEF
2 - PARAMETERS OPSLAAN
3 - OUDE WAARDEN LADEN
Enum
Instelling van de analoge bedrijfsmodus:
0 - 0...20mA
1 - 4...20 mA
2 - 20...0mA
3 - 20...4mA
4 - LINEAIRE CURVE
5 - ONDERSTE ZIJBAND
6 - BOVENSTE ZIJBAND