Aanvullende gebruikershandleiding Modbus RTU
Register Aanduiding
1004
Foutmerkers (2e register)
1006
Waarschuwingsmerkers
1008
Actuele slagfrequentie
1009
Actuele slaglengte
1011
Maximaal mogelijke slagfre‐
quentie
46
Type
Weergave / betekenis
Bit 11 - FOUT OVERDRUK
Bit 12 - FOUT OVERSTROOM
Bit 13 - FOUT ONDERSPANNING
Bit 14 - FOUT LUCHT IN DE KOP
Bit 15 - FOUT ONTLUCHTING NIET SUCCESVOL
Bit 16 - FOUT OVERLOOP BATCHGEHEUGEN
Bit 17 - FOUT INGANGSSTROOM KLEINER DAN
GRENSWAARDE
Bit 18 - FOUT INGANGSSTROOM GROTER DAN
GRENSWAARDE
Bit 19 - FOUT ONDERDRUK
Bit 20 - FOUT GEEN VERBINDING "POMP<-
>MODULE" (niet van toepassing voor Modbus)
Bit 21 - FOUT GEEN VERBINDING "POMP<-
>MASTER" (niet van toepassing voor Modbus)
Bit 22 - FOUT INTERNE CAN-BUS (uitsluitend voor
GXLa, Sigma, slangpomp, ...)
Bit 23 - FOUT VENTILATOR
Bits 24 - 31 - GERESERVEERD
UINT32
Bits 0 - 31 - GERESERVEERD
UINT32
Bit 0 - WAARSCHUWING NIVEAU
Bit 1 - WAARSCHUWING MEMBRAANBREUK
Bit 2 - WAARSCHUWING DOSEERBEWAKING
Bit 3 - WAARSCHUWING DOSEERHOEVEELHEID
Bit 4 - WAARSCHUWING ONGELDIGE DOSEER‐
PARAMETER
Bit 5 - WAARSCHUWING VENTILATOR
Bit 6 - WAARSCHUWING VERKEERDE MAGNEET
Bit 7 - WAARSCHUWING LUCHT IN DE
DOSEERKOP
Bit 8 - WAARSCHUWING OVERDRUK
Bit 9 - WAARSCHUWING DOSEERCAPACITEIT
TE LAAG
Bit 10 - WAARSCHUWING ONDERDRUK
Bit 11 - WAARSCHUWING CAVITATIE
Bit 12 - WAARSCHUWING VERMOGENSDEEL
Bit 13 - WAARSCHUWING MODULE
Bits 14 - 31 - GERESERVEERD
UINT16
1 ... max. slagen/h
FLOAT32
1 ... 100%
UINT16
Wordt bepaald door - apparaatcontext (bijv. inge‐
stelde zuigslag)
4800 ... 12000 slagen/h