INSTRUCTIES
• Het mengen van soorten mag
uitsluitend met oliën met dezelfde
conditie plaatsvinden.
• Niet mengen met oliën.
Uitvoering
PKE 2511
PKE 3011
PKE 3511
PKE 4011
20.9.2 Werktuigdrager - Ontluchting controleren,
reinigen
LET OP!
De ontluchting van de werktuigdrager
moet altijd vrij zijn van verontreinigingen.
Een verstopte ontluchting leidt tot een
hoge druk in de werktuigdrager, waardoor
de afdichtingen ondicht worden.
1
2) Ontluchting via de sluitbout op de
werktuigdrager.
► Sluitbout (1, SW 22 mm) op de werktuigdrager
losdraaien.
► Ontluchtingsgat (2) reinigen met perslucht
onder geringe druk.
20.9.3 Werktuigdrager - Vulhoogte van het vloeibaar
vet controleren
Voorbereiding:
► Rotorkopeg / aftakas uitschakelen.
► Zet de rotorkopeg horizontaal neer.
► Schakel de trekker uit en beveilig deze tegen
wegrollen.
Vulhoogte controleren:
99010001NL02; 07.2014
Vulling
Werktuigdrager
15 kg
18 kg
21 kg
24 kg
2
O
C
NDERHOUD
ORVUS
► Sluitbout (1, SW 22 mm) van de werktuigdrager
losdraaien.
A
► Peilstok horizontaal tot aan de bodem van de
werktuigdrager brengen.
► Peilstok verwijderen en vulhoogte alezen.
A = 2,5 cm = vulhoogte
► Bij vulhoogte minder dan 2,5 cm vloeibaar vet
bijvullen.
Vet: „Werktuigdrager - vloeibare vetsoorten" -
Pagina 56
LET OP!
Door opname van condenswater wordt
het vloeibaar vet dikker en witter, het
wordt stroperig.
In dit geval moet het vullen van vloeibaar
vet opnieuw worden gedaan.
20.9.4 Werktuigdrager - Vulling van vloeibaar vet
verversen
INSTRUCTIES
• Vloeibaar vet moet volgens de
regionale afvalverwerkings- en
milieubepalingen worden afgevoerd.
• Gebruik uitsluitend vloeibare vetten
met de aangegeven eigenschappen.
Voorbereiding:
► Rotorkopeg enkele omwentelingen laten
warmlopen.
20.4 "Instructies voor een testrun bij of na het
onderhoud" - Pagina 50 in acht te nemen.
Technische wijzigingen voorbehouden
PKE M
ODULE
1
A
1
A
- 57 -