In geval van gebruik van extern toebehoor en/of externe delen (slijt- en reservedelen), die niet door RABE goedgekeurd werden, vervalt elke garantie. Zelf uitgevoerde herstellingen en/of veranderingen aan het toestel evenals niet of te laat uitgevoerde controles tijdens het gebruik ( ... op de hoeveelheid zaaigoed en dat alle scharen zaaien!) sluiten een aansprakelijkheid voor daaruit resulterende schaden uit.
Inhoudsopgave Pagina Gebruiks- en garantieaanwijzingen................Korte beschrijving van het toestel.................. Waarschuwingssymbolen....................Technische gegevens....................Uitrustingen....................... Veiligheidsaanwijzingen....................Montage en demontage van de drilmachine..............Wielen: spoorbreedte/schraper..................Aanwijzingen voor het laden..................Zaaikast: vullen/leeg maken..................Multizaaisysteem: onderste / bovenste zaaigoed............. Instellen van de hoeveelheid zaaigoed................Oliebanddrijfwerk met twee bereken / bovenste zaaigoed..........
Afb.1 (3 e.a. = lpd. Nr. in de 3, 9 6 (4/2) verklaring”, r = rechter -, l = linkerkant van het toestel). Ontbrekende waarschuwingssymbolen vervangen! Deze kunnen bij RABE onder het in de aanhang aangegeven artikelnummer verkregen worden. 1 (2/2) 2 (2/2) Technische veranderingen voorbehouden 11.2003...
Veiligheidsaanwijzingen De hefhydraulica van de tractor voor het aan- en afkoppelen op “Laagregeling” plaatsen! Bij het aan- en afkoppelen en/of de op- en afbouw mag niemand zich tussen de tractor en het toestel en/of tussen de toestellen bevinden; ook wanneer de hydraulische buitenbediening bediend wordt mag men niet “daartussen”...
(4/1) of Afb. 67. Het combinatie-grondbewerkingstoestel moet voor de opbouw “geschikt” zijn: ... voldoende stabiel om de drilmachine te kunnen dragen, (bijv. bijkomende steun op Rabe draaiende eggen EMKE/S, WMKE/S en MKE “2,5 en 3 m” breedte), ..“draagkrachtige” inpakkerwals (bijv getande inpakkerwals 510 mm Ø...
Wielen: spoorbreedte / schraper De wielen van de drilmachines hebben in de uitleverstatus een verhoogde luchtdruk. Vóór het eerste gebruik de wielen op de aangegeven luchtdruk instellen: 6.00 – 1,2 bar 10.0/75-15.5 – 0,8 bar. Wielen: op een sterk klevende bodem kan de afstand tussen wiel en frame door het omdraaien van de wielen vergroot worden (afb.
Zaadkast: vullen/leeg maken De drilmachine enkel opgebouwd in gedaalde positie vullen. Het vulpeil wordt door de inhoudsmarkering aangeduid (voorste wand van de zaadkast). Tijdens het vullen op de vlotter letten (10/ De zaadkast niet “leeg rijden”; in geval van een laag vulpeil het zaaigoed gelijkmatig verdelen.
Multizaaisysteem Om alle soorten zaad die gedrild kunnen worden in functie van de grootte van de graankorrels, de hoeveelheid en de vereisten voor de standplaats zo optimaal mogelijk naar buiten te brengen biedt de Multidril – naast het traploos regelbaar toerental van de zaaias –...
Instellen van de hoeveelheid zaaigoed In overeenstemming met de doseerprocedure de stelinrichtingen volgens de inhoud van de zaaitabellen instellen. De verandering van de draairichting van de zaaias en van de afdekkingen, met inbegrip van insluiten zijn “Inhoud” van de bijkomende uitrusting “uitlaatsysteem langs boven”.
m.b.t. b) Afsluitschuifventiel Afsluitschuifventielen (24/A) hebben 2 functies: - Sluiten / openen van de uitlopen van de zaadkast - Instelling van de hoogte van het zaadgoed op het zaaiwiel bij de uitlaatsysteem langs boven. Afsluitschuifventielen dienen niet voor de regeling van de hoeveelheid zaadgoed! Een verkeerde instelling van het schuifventiel kan tot verschillende hoeveelheden zaadgoed bij hangneiging leiden!
m.b.t. c) Bodemklep 0 - 7 Instelarreteerinrichtingenvoor zaadgoed met verschillende grotten – telkens in de zaaitabel aangegeven - stelhefboom (26/1). Indien het bij het afdraaien – bij groot uitvallende deeltjes zaaigoed – tot “korreltoppen” en/of gebroken korrels komt, dan 1 arreteerinrichting hoger dan in de zaaitabel.
m.b.t. e) Afdekkingen (bijkomende uitrusting) Enkel bij “Uitlaatsysteem langs boven” en “Gereduceerde uitlaatsysteem langs beneden” worden de afdekkingen met inbegrip van de arreteerinrichting gemonteerd (29/1+2). (bij de montage van de arreteerinrichtingen op een “hoorbaar insluiten” letten, bij de demontage bij (29/3) lichtjes optillen en naar achteren aftrekken.) De afdekkingen met de arreteerinrichtingen dienovereenkomstig vastleggen:...
Draaiende roeras Roeras uit – stekker in boring (36/0, 35/0) Roeras aan – stekker in boring (36/1) Bij raap altijd de roeras uitschakelen. “Draaiende roeras” ook bij gras uitschakelen – en de roervingers verticaal plaatsen. Technische veranderingen voorbehouden 11.2003 11.2003...
Afdraaien Voor traploos drijfwerk Voor alle zaadsoorten en rijdbreedten Draai de machine met eender welke positie van het drijfwerk af Plaats de gebruikte positie van het drijfwerk onder de verkregen hoeveelheid Zoek de gewenste hoeveelheid, daaronder staat de correcte positie van het drijfwerk Positie van het drijfwerk Aangezien zaadgoed door het specifieke gewicht, de grootte van de korrels, de vorm van de korrels...
Met de afdraaikruk (43/1 bij 43/2) ongeveer 10 omwentelingen van de zaaias “vooraf draaien” om te verzekeren dat alle zaaiasbehuizingen gevuld en eventueel beitsafzettingen op de oppervlakten van de behuizingen het stroomgedrag stabiliseren. De ledigingbakken in de zaadkast leegmaken. Dan de afdraaiproef met de aangegeven omwenteling uitvoeren - voor 1/40 of 1/10 ha.
Pagina 20
Uitvoering op het centrum van de tractor, maat op buitenschaar: werkbreedte + rijenafstand = A Uitvoering op het spoor van de tractor, maat op de buitenschaar: werkbr.+ rijenafst. – spoorbreedte tractor = A1 Voorbeeld: 3 m werkbreedte (B = 300 cm) 12 cm rijenafstand (R = 12 cm) 170 cm tractorspoor (S = 170cm) B + R 300 + 12 = 156 cm = A (Afb.46)
Schaardrukverstelling De schaardruk – en bijgevolg de zaaddiepte – kan traploos versteld worden; bij (50/1, met afdraaikruk). indicatie (50/2). Afzonderlijke scharen – bijvoorbeeld in de tractorsporen – kunnen door het omhangen van de veer met een verhoogde schaardruk werken. Veer van voren (52/1) – verhoogde schaardruk.
Soorten eggen Schaaregge: Enkel voor sleepschaar. Kan door middel van veren op de scharen van de achterste rij aangebracht worden (61/3). Voor lichte tot medium bodems – zonder oogstresten - geschikt. Zaadegge: bestaat uit twee delen, twee rijen – voor alle bodemsoorten geschikt. De druk van de tanden kan door een veer versteld worden: Veren (55/1)
Schaarwisselsysteem Bij de “Multidrill eco-line” kunnen de sleepschaar en de brede zaadschaar zonder werktuigen vervangen worden. Daarvoor de veer (61/1) uithangen en de met veer vastgezette bout (61/2) uittrekken. De gemonteerde bouten opnieuw vastzetten. Sleepschaar (Afb.61) – normale schaar Voor een vlakke aflegging van het zaadgoed kunnen op sleepscharen verstelbare dieptebegrenzers aangebracht worden (61/ 4) –...
Pagina 24
RABE „MULTI tronic” zaaimonitor Nuttige functies De Multitronic II – zaaimonitor is een compacte boordcomputer met vele nuttige functies. Hij voert belangrijke stuur- en controletaken uit en vergemakkelijkt u het werk door middel van zinvolle indicatie- en hulpfuncties. De zaaimonitor is zeer universeel ontworpen. Daardoor kan hij zonder problemen gebruikt worden voor de mechanische drilmachine reeks “MULTIDRILL ME/MEL”...
7 polen bestaande aanhangercontactdoos – dan parkeerlicht aanschakelen – bij RABE aangekocht worden; zie de reservedelenlijst). Zekering: in de stekker geïntegreerd – na activeren en verhelpen van de storing automatisch opnieuw actief.
Voor voorbeelden voor het aanleggen van rijdvlakken zie pagina 25. Op de rand van het veld (sporenmaker op het veld gedaald) de cyclus voor het rijdvlak op het juiste begincijfer plaatsen – bijvoorbeeld bij het 3 en 4 ritme op 2. De automatische doorschakeling gebeurt door middel van sensoren, bijvoorbeeld bij vervanging van de sporenmaker.
Markering van de rijdvlakken (enkel in verbinding met ”Multitronic” en laadperron.) Voor het voorloopspuiten kan het rijdvlakspoor met spoorschijven gekenmerkt worden. De schakeling gebeurt automatisch. Het elektromagneetventiel is aan de voorkant van de machine gemonteerd. De schijfporenmakers op de spoorbreedte van de rijdvlakken instellen (75/1).
Pagina 28
Spuitbreedte Schakel- Werkbreedte ophoop- Voorbeelden voor het aanleggen van rijdstroken ritme drilmachine breedte Rijdvlak symmetrisch in een drilspoor Rijdvlak in verplaatst drilspoor (asymetrisch) Technische veranderingen voorbehouden 11.2003...
Gebruiksaanwijzingen • De drilmachine met een kleine speling van de onderste stuurinrichting en in ”horizontale” positie rijden (de bovenkant van de zaadkast horizontaal – met de bovenste stuurinrichting instellen, • De hydraulica van de tractor tijdens het gebruik in de ”vlotterpositie” plaatsen: hefhydraulica en sporenmaker.
Onderhoud Bij werken aan de aangebouwde machine de motor uitschakelen en de contactsleutel aftrekken! Niet op opgetilde drilmachine werken! Indien de machine opgetild moet worden, dan moet zij tegen een onvrijwillige daling beveiligd worden! Vooraleer werken aan de hydraulische delen uit te voeren de installatie drukloos maken! De olie op vakkundige wijze verwijderen (hydraulische olie op basis van minerale olie).
Pagina 31
Basisinstelling voor de schakelautomaat van de sporenmaker Uitlegger in werkpositie; Hydraulische cilinder volledig uitgereden; beide sporenmakers zijn in bovenste positie. De moeren (81/1) – sleutelwijdte 24 – zodanig verstellen tot een schakel gemakkelijk insluit (die andere schakel is niet ingesloten). De moeren arreteren.
Opgepast / Transport De toestellen in de transportpositie brengen: controleren of de toestellen geschikt zijn om getransporteerd te worden. Vooraleer op de openbare weg te rijden de bestaande “MULTI tronic” van het stroomnetwerk ontkoppelen (de stekker uit de contactdoos van de tractor trekken).
Pagina 33
Zaaitabellen Drilmachines Multidrill eco / eco-line Gelieve de aanwijzingen in de bedrijfshandleiding in acht te nemen! Omwille van verschillende duizendkorrelgewichten evenals beitsmiddelen en andere zaaigoedspeci- fieke eigenschappen zijn de waarden in de zaaitabel enkel referentiewaarden. In elk geval moet een afdraaiproef uitgevoerd worden vooraleer tot het zaaien overgegaan wordt.
Pagina 34
Korrelproef (voor uitlaatsysteem langs bo- ven) Bij de uitlaatsysteem langs boven moet absoluut op de cor- recte positie van het afsluitschuifventiel gelet worden Deze positie is afhankelijk van de stroming van het zaaigoed en kan door de korrelproef berekend worden. Om de correcte positie van het schuifventiel in te stellen moet als volgt te werk gegaan worden: - Voorbereiding van de korrelproef:...
Positie van de afsluitschuifventielen 1. voor de uitlaatsysteem langs boven 9998.02.30 04/1999 Uitlaatsysteem langs boven / Oberaussaat / Upper discharge system / Semis monograine - De correcte positie van de - Richtige Schieberstellung schuifventielen met de „korrel- mit "Kornprobe" nach De vijzel moet in de middelste groef van de afdekking insluiten! Federraste muß...
Uitlaatsysteem langs boven Positie van het 1a Voor goed stromend zaaigoed (geïncrusteerd, natuurlijk) 1b Voor normaal stromend zaaigoed (met talk gepoederd, aan slijtage onderhevig) schuifventiel 1c Voor slecht stromend zaaigoed (duizendkorrelgewicht > 6 kg) 1d Voor zeer goed stromend zaaigoed en bij trillingen tengevolge van een bodem met vele klonters en stenen en/of trillingsoverdracht van het bodembewer- kingstoestel Positie bodemklep: 0...