b
c
Voor het rijden controleren:
(a) Is de steunpoot ingeschoven.
(b) Zijn de zijplaten tot transportbreedte ingeschoven.
(c) Is de zijdelingse vergrendeling van de onderste
stuurstang geactiveerd (gebruikshandleiding
trekker).
(d) Werken het knipperlicht en het achterlicht.
15.0 Werken op het veld
15.1
Veiligheid tijdens het werk
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen door het
meerijden op de machine
• Meerijden op de machine en het zich
bevinden in het gevarenzone zijn
verboden.
GEVAAR
Algemene gevaren voor ongevallen bij
het werken met de machine.
• Volg in ieder geval de veiligheidsinstructies
van hoofdstuk 1.0 - pagina 9 op.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen bij het
veldwerk met de machine.
• Voor het begin van het werk dient
men zich vertrouwd te maken met alle
voorzieningen en bedieningselementen
en hoe ze werken.
• Controleer altijd de directe omgeving
voordat u met het werk begint. Er mag
zich niets of niemand in de directe
buurt bevinden.
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen door
wegslingerende voorwerpen.
• Controleer altijd de directe omgeving
voordat u met het werk begint. Er mag
zich niets of niemand in de directe
buurt bevinden.
99010001NL02; 07.2014
G
EBRUIKSHANDLEIDING
a
C
ORVUS
Kantelgevaar doordat grote vliedende
krachten optreden door de massa van
de machine.
Bij werk dat in een helling wordt
uitgevoerd kan de machine kantelen door
de grote vliedende krachten die door de
massa van de machine optreden.
• Let bij het uit de grond tillen en keren
op de positie van het zwaartepunt.
Gevaar voor ongevallen door
bekneld raken bij ombouw- en
instelwerkzaamheden.
• Zorg er bij al deze werkzaamheden
voor dat de machine stabiel staat en
tegen wegrollen beveiligd is.
Gevaar voor ongevallen bij het werken
met cardanassen.
• Volg de gebruikshandleiding van de
cardanas op.
• Alle veiligheidsvoorzieningen moeten
volledig en veilig zijn bevestigd.
• Werk uitsluitend met volledig
afgeschermde cardanassen.
Werkwaarden: Snelheid / toerental aftakas /
15.2
werkdiepte
Basiswaardes:
Toerental aftakas = aanbevolen wordt 1000 min
Rijsnelheid = max. 8 km/u
Werkdiepte = max. 8 - 10 cm
LET OP!
Bij trekkeren met traploze aandrijvingen
(vario-aandrijving) en verlaagt toerental van de
motor, moet rekening worden gehouden met
het voorgeschreven toerental van de aftakas.
15.3
Werkinstructies
LET OP!
Tijdens het bedrijf wordt de
transmissieolie en dus ook de aandrijving
en de werktuigdrager erg heet door
wrijving. Dat is normaal en heeft geen
invloed op de werking van de machine.
Het toerental van de rotorkopeg en de rijsnelheid hebben
beslissende invloed op de gewenste verkruimeling.
Veiligheidsinstructies in hoofdstuk 15.2
"Werkwaarden" - Pagina 39 in acht nemen
► Gebruik de aftakas alleen met het
voorgeschreven toerental.
Technische wijzigingen voorbehouden
PKE M
1
ODULE
-1
- 39 -