Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Telefoonstoring; Noodoproep; Start/Stop Controle - Abus Secvest 2WAY Installatie-Instructies

Verberg thumbnails Zie ook voor Secvest 2WAY:
Inhoudsopgave

Advertenties

19.43. Telefoonstoring

Met dit menu kunt u de installatie programmeren, zodat de installatie ofwel met
akoestische of stille alarmen reageert als de draadloze centrale een fout aan één van
uw telecommunicatielijnen vaststelt.
Kies het menupunt Telefoonstoring.
Als u een GSM- of ISDN-module geïntegreerd hebt, kunt u de telefoonstoring ofwel
voor de PSTN-leiding, die direct in de draadloze centrale aangebracht is, of voor de
ingebouwde module instellen.
Kies of de telefoonlijn bewaakt moet worden en hoe een telefoonstoring aan de
gebruiker wordt meegedeeld. U kunt kiezen uit:
Functie
Betekenis
Gedeactiveerd
De telefoonlijn wordt niet bewaakt.
Akoestisch
De telefoonlijn wordt bewaakt. Een storing wordt in het
gebeurtenisgeheugen genoteerd. Een storing van de
telefoonlijn wordt in gedeactiveerde toestand met een
akoestisch waarschuwingssignaal gesignaleerd, dat door
de invoer van een gebruikerscode uitgeschakeld kan
worden. Op het display verschijnt een telefoonstoring.
De installatie kan opnieuw met de voorhanden
telefoonstoring geactiveerd worden.
In geactiveerde toestand volgt er geen
waarschuwingssignaal en geen weergave. Een evt.
geprogrammeerde sirenevertragingstijd wordt echter
automatisch bij het uitvallen van de lijn op nul seconden
gezet.
Stil
De handelwijze is analoog met de instelling akoestisch,
er is echter geen waarschuwingssignaal te horen.
De akoestische reactie komt overeen met de aanbeveling van
NACOOS voor een telefoonstoring.

20. Noodoproep

Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun
eigenschap vindt u in de onderstaande tabel.
Functie
Betekenis

Start/stop controle

Invoer van de tijd voor de controle.
Controle
Invoer van het controle-interval.
Volume
Volume van de spreekverbinding.
20.1. Start/stop controle
Kies de tijd waarop de controle (activiteitscontrole) gestart moet worden. Op het
starttijdstip worden alle melders die op activiteitscontrole geprogrammeerd werden,
geactiveerd. Moeten deze binnen het controle-interval niet minstens een keer
geactiveerd worden, dan komt het tot een med. noodoproepalarm.
Bevestig de ingevoerde tijd met OK.
Voer analoog met de invoer van de starttijd de eindtijd van de controle in.
Als de draadloze centrale een activiteitzone bewaakt, vershcijnt op het display het
symbool
rechts bovenaan in de hoek.
90

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave