19.1. ALARMEN
Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun
eigenschap vindt u in de tabel.
Functie
Betekenis
Oproepmodus
Instellingen voor het doorgeven van de alarmmeldingen.
Primair
Instellingen voor het primaire transmissiekanaal van het
transmissiekanaal
doorgeven van het alarm.
Telefoonboek
Kiezen van het telefoonnummer bij het doorgeven van de
alarmmeldingen.
IP-netwerk
Instellingen voor de overdracht op het internet.
Klanten-ID
Noteren van het klanten-ID nummer van de centrale.
Protocol
Noteren van het digitale centraleprotocol voor het
doorgeven van de alarmen aan de centrale.
Fast format
Instellingen binnen het fast format protocol.
Fast format gereed
Instellingen binnen het fast format protocol voor het
resetten.
SIA report
Instellingen binnen het SIA report protocol.
SIA Report gereed
Instellingen binnen het SIA report protocol voor het
resetten.
Contact ID
Instellingen binnen het contact ID protocol.
Testoproep onmiddellijk
Start onmiddellijk een testoproep.
Dyn. testoproep
Instellingen voor de dynamische testoproep.
Statische testoproep
Instellingen voor de statische testoproep.
FF inbr. comm.
Instellingen voor het automatisch reactiveren van het
doorgeven in het fast format protocol.
Sabo als inbraak
Instellingen voor het doorgeven van een sabotagealarm
als inbraakalarm.
19.2. Oproepmodus
Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun
eigenschap vindt u in de onderstaande tabel.
Functie
Betekenis
Gedeactiveerd
De alarmmeldingen worden niet aan een centrale
doorgegeven.
Afzonderlijk
De draadloze centrale geeft alarmmeldingen aan het
eerste telefoonnummer in het telefoonboek door en geeft
daar de eerste klanten-ID ter identificatie. Wordt het
doorgeven niet bevestigd, dan herhaalt de draadloze
centrale de oproep maximaal 15 keer.
Wisselend
De draadloze centrale geeft alarmmeldingen eerst aan
het eerste telefoonnummer in het telefoonboek door.
Mocht de lijn bezet zijn, dan wordt het alarm aan het
tweede telefoonnummer in het telefoonboek
doorgegeven. Dit vindt tot aan de bevestiging altijd
afwisselend (max. 15 keer) plaats.
19.3. Primair transmissiekanaal
Kies welk transmissiekanaal bij voorkeur gebruikt moet worden. Dit transmissiekanaal
wordt gebruikt zolang transmissie via dit kanaal mogelijk is.
19.4. Telefoonboek (ALARMEN)
Selecteer welk telefoonnummer u wilt wijzigen. Voer het terugbelnummer van de
centrale in, dat u voor het doorgeven van het overeenkomstige protocol heeft
gekregen. Om een kiespauze in te voegen, drukt u op het sterretje. Elke kiespauze
onderbreekt het kiezen gedurende 3 seconden.
77