19.29. Berichten
Kies de betreffende functie. Een overzicht van de verschillende functies en hun
eigenschap vindt u in de volgende tabel.
Functie
Betekenis
Eigen bericht
Kies het punt en volg de aanwijzingen in het display op.
(ca. 12 sec.)
Dit bericht wordt bij elke spraakoverdracht afgespeeld. U
dient hier de gegevens voor de plaatsvermelding van de
draadloze centrale inspreken (naam, straat,
huisnummer, ...).
Bericht 1 – 4
Opname van de berichten voor de verschillende
(telkens ca. 8 sec.)
gebeurtenissen. U beschikt over 4 berichten. Spraak zo
bijvoorbeeld „Brandalarm", „Inbraakalarm" ... in
Er moeten minstens een eigen bericht en een gebeurtenisbericht opgenomen
worden. Vergeet niet de berichten na de opname op te slaan.
19.30. Telefoonboek
Voer de op te bellen telefoonnummers in. De toewijzing van de telefoonnummers voor
het gesproken bericht verricht u in het menupunt Doelen. Om een kiespauze in te
voegen, drukt u op het sterretje. De kiespauze wordt als komma weergegeven. Elke
kiespauze onderbreekt het kiezen gedurende ca. 3 seconden.
De draadloze centrale biedt u dan de mogelijkheid om een naam voor dit nummer in te
voeren. De draadloze centrale toont deze naam in het telefoonboek, zodat u zich beter
kunt herinneren naar welk doel u dit bericht wilt sturen.
Gelieve er rekening mee te houden dat het laatste telefoonnummer de benaming
„oproepomleiding" (follow me) heeft. De draadloze centrale stelt dit nummer in het
gebruikersmenu ter beschikking. Een gebruiker kan een nieuw telefoonnummer in dit
veld invoeren. Dit maakt het de gebruiker mogelijk om eventueel voor dit veld
geprogrammeerde spraakberichten om te leiden.
19.31. Gebeurtenis
Met de draadloze alarmcentrale kunt u vijf verschillende gebeurtenissen met elk
spraakbericht verbinden. Een gebeurtenis is een optie die uit een lijst van alarmtypes
gekozen wordt.
Kies het menupunt Gebeurtenis.
Hebt u het punt Gebeurtenis met de toets Selecteer bevestigd, dan krijgt u de
volgende grafische weergave: (Gelieve er rekening mee te houden dat het eigen
bericht niet verschijnt. De draadloze centrale zendt het eigen bericht altijd aan het
begin van elke transmissie.)
Kies een bericht waaraan u een gebeurtenis wilt toewijzen.
U verbindt in dit punt een bericht met een gebeurtenis. Kies het bericht dat u wilt
programmeren. Op het display verschijnt dan een lijst met vijf gebeurtenissen. Kies
een gebeurtenis waarop op het display een lijst van de beschikbare
alarmgebeurtenissen verschijnt. Kies een alarmgebeurtenis voor deze gebeurtenis. Als
u een alarmgebeurtenis gekozen hebt, verschijnt op het display opnieuw de lijst van de
gebeurtenissen. U kunt een alarmgebeurtenis voor elk van de vijf gebeurtenissen in de
lijst programmeren. Als u voor elke gebeurtenis een alarm gekozen hebt, hebt u nu de
alarmgebeurtenissen met de gebeurtenissen en één of meerdere gebeurtenissen met
een bericht verbonden.
Voer deze toewijzing voor alle vier de berichten uit. Heeft u de toewijzing van het
opgenomen gesproken bericht met een gebeurtenis uitgevoerd, dan moet u het
gesproken bericht nog aan een of meerdere telefoonnummers toewijzen, die in geval
van de gebeurtenis opgeroepen moeten worden.
19.32. Doelen
Kies een bericht waaraan u een of meerdere telefoonnumemrs wilt toewijzen.
Heeft u een bericht gekozen, dan krijgt u een overzicht van de telefoonnummers, die u
eerst in het menupunt Telefoonboek geprogrammeerd heeft. Als u aan een
telefoonnummer een naam gegeven hebt, verschijnt op het display een naam i.p.v. het
lopende nummer.
86