Niet-actief impuls
Deze uitgang wordt ca. 1 seconde na het deactiveren van
de draadloze alarmcentrale en bij een overval of
vuuralarm geactiveerd.
Alles geactiveerd
Deze uitgang wordt maar ca. 10 seconden na het
geslaagde activeren van de draadloze alarmcentrale
geactiveerd.
Sirene DG1 – DG4
Deze uitgang wordt bij lokaal alarm in het gekozen
deelgebied
geactiveerd.
Flits DG1 – DG4
Deze uitgang wordt bij een lokaal alarm in het gekozen
deelgebied geactiveerd en blijft geactiveerd, tot de
draadloze centrale gedeactiveerd wordt. Tegelijk wordt de
uitgang na het succesvol activeren van het deelgebied
gedurende 10 seconden geactiveerd.
Techniek
Deze uitgang wordt geactiveerd als een zone met de
eigenschap Techniek een alarm geactiveerd heeft.
Medisch
Deze
uitgang
noodoproep geactiveerd werd.
Overval
Deze uitgang is geactiveerd als een overvalalarm
geactiveerd werd.
Brand
Deze
uitgang
geactiveerd werd.
Zone volgend
Deze uitgang volgt de toestand van een zone. Heeft u dit
type gekozen, dan krijgt u een overzicht van de zones.
Kies een overeenkomstige zone uit.
Handmatig
Deze zone kan via verschillende componenten, zoals bijv.:
afstandsbediening
bestuurd worden. Bovendien kan de uitgang van een
tijdstip worden voorzien waarop deze geactiveerd en
gedeactiveerd moet worden. Heeft u dit uitgangstype
gekozen dan kunt u vervolgens het tijdstip invoeren
waarop de uitgang geactiveerd of weer gedeactiveerd
moet worden (zie aanwijzing beneden).
DG1 – DG4 klaar
Deze uitgang is geactiveerd als het deelgebied klaar is om
geactiveerd te worden.
DG1 – DG4 int. actief.
Deze
uitgang
geactiveerd is.
DG1 – DG4 actief
Deze
uitgang
geactiveerd is.
gedurende
de
ingestelde
sireneduur
is
geactiveerd
als
een
medische
is
geactiveerd
als
een
vuuralarm
of
codetoetsenbord
op
is
geactiveerd
als
een
deelgebied
is
geactiveerd
als
het
deelgebied
14. Andere componenten
Onder dit menupunt kunt u de volgende componenten toevoegen:
Externe sirene
Infomodule
UVM
afstand
Draadloos bedieningselement
56
Binnensirenes