Inhoudsopgave
Advertenties
14.2
Buitenste toestrijkers in werk-
stand brengen
Tijdens het zaaien drukken de pakkerwals en de
zaaikouters de grond, afhankelijk van de rijsnelheid
en de toestand van de grond, min of meer naar bui-
ten.
De buitenste toestrijkers (fig. 14.5/1) moeten zo wor-
den ingesteld, dat de grond wordt terug gevoerd en
een zaadbed zonder sporen ontstaat.
Hoe hoger de rijsnelheid, hoe verder de vierkante
balk (fig. 14.5/2)naar buiten moet worden geschoven.
De vierkante balken met de buitenste toestrijkers
moeten na iedere instelling met de klembouten (fig.
14.5/3) worden vastgezet.
F
Instellingen controleren alvorens met het
werk te beginnen! Met de machine ongeveer
30 m met de gewenste werksnelheid rijden.
14.3
Werkdruk van de
exact-egge instellen
zonder hydraulische cilinder
De druk waarmee de veertanden (fig. 14.6/1) van de
exact-egge op de grond drukken moet zo worden in-
gesteld, dat bij bedekken van het zaad geen gron-
druggetje op het land achterblijft.
Druk op de toestrijkers als volgt instellen:
Aanslag (fig. 14.6/2) naar boven trekken. Pen (fig.
14.6/3) in een gat onder de aanslag (fig. 14.6/2) ste-
ken en met een veerpen (fig. 14.6/4) borgen. Hoe ho-
ger de pen in de rij gaten wordt vastgezet, hoe de
werkdruk op de veertanden toeneemt. Voor het in-
stellen van de aanslag (fig. 14.6/2) gebruikt men de
slinger van de schaardrukverstelling (fig. 14.6/5).
F
Instellingen controleren alvorens met het
werk te beginnen!
Met de zaaimachine op het land ongeveer
30 m met de gewenste werksnelheid rijden
en controleren of het zaad gelijkmatig met
voldoende grond wordt bedekt en geen
grondruggetje op het land achterblijft.
2
1
Fig. 14.5
4
2
3
5
1
Fig. 14.6
14 - 3
3
10t058
AD-P03 Special DB2013 01.03
Advertenties
Inhoudsopgave
