8 - 4
De hydrauliekolie mag niet te heet worden! Grote olie-
stromen in combinatie met kleine olietanks zorgen voor
snelle verhitting van de hydrauliekolie. De inhoud van
de olietank (Fig. 8.6/9) moet minstens tweemaal zo
groot zijn als de oliestroom. Bij te sterke verhitting moet
door een vakkundige monteur een oliekoeler in de
trekker worden ingebouwd.
Verontreinigde deeltjes kunnen de hydromotor van de
turbine (Fig. 8.6/1) en de drukbegrenzingsklep (Fig. 8.6/
3) beschadigen. Daarom moeten de koppelingsdelen
bij het aansluiten van de hydromotor aan de trekkerhy-
drauliek schoon zijn, om verontreinigingen van de hy-
drauliekolie door vuildeeltjes te voorkomen.
Als het noodzakelijk is naast de hydromotor voor de
turbine nog een tweede hydromotor aan te sluiten, dan
moeten beide hydromotoren parallel worden gescha-
keld. Bij het in serie schakelen van beide hydromotoren
wordt de toelaatbare oliedruk van 10 bar na de eerste
hydromotor altijd overschreden.
Als de hydromotor van de turbine op verschillende
trekkers wordt aangesloten, dient u erop te letten of de
oliesoorten wel met elkaar mogen worden gemengd!
Ontoelaatbare vermenging van verschillende soorten
hydrauliekolie kan leiden tot defecten aan het hydrau-
lisch systeem.
AD-P03 Special DB2013 01.03