13.0
Zaaidiepte instellen
Een van de belangrijkste voorwaarden voor hoge op-
brengsten is het nauwkeurig aanhouden van de gewen-
ste zaaidiepte.
De zaaidiepte wordt bepaald door de druk op de zaaipij-
pen, rijsnelheid en de toestand van de grond. De zaai-
machine standaard uitgerust met een centrale schaar-
drukverstelling, die de druk op alle zaaikouters gelijk-
matig verstelt.
I
Zaaidiepte steeds controleren
-
voor u met het werk begint
-
na iedere verandering van de
schaardrukinstelling
-
na verstelling van de
dieptebegrenzingschijven van het
RoteC-zaaikouter
-
bij van anderen van de zaaisnelheid
-
bij verandering van de
bodemtoestand.
Met de machine op het land ongeveer 30
m met de gewenste werksnelheid rijden
en de zaaidiepte controleren en zonodig
bijstellen.
De centrale schaardrukverstelling kan met een verstel-
spindel (fig. 13.1) of met een hydraulische cilinder (fig.
13.6, extra uitvoering), worden bediend.
Met behulp van de hydraulische cilinder kan bij de
overgang van normale naar zware grond en omgekeerd
de druk op de zaaikouters tijdens het werk aan de
grondsoort worden aangepast.
Fig. 13.1
13 - 1
24t079
AD-P03 Special DB2013 01.03