Direct op het veld voor met zaaien te beginnen de pennen
in de opbergstand brengen (zie Fig. 12.7 of Fig. 12.8) en
met een overslagpin borgen.
Afbeelding (Fig. 12.7) toont hoe de pen aan de mar-
keurarm op een rotorcultivator/egge is bevestigd. Afbeel-
ding (Fig. 12.8) geeft aan hoe de pen van de markeurarm
aan de opbouwzaaimachine wordt bevestigd.
!
Personen uit het zwenkbereik wegsturen
en de markeurarm met regelventiel van de
trekker in werkstand brengen.
Als het regelventiel van de trekker onder druk wordt
gezet, worden beide markeurs (Fig. 12.2) opgeheven:
1. voor transport (alleen met borging door pen)
2. voor het draaien op de kopakker
3. bij het passeren van een hindernis op het land
Als de stuurschuif van de trekker in zweefstand wordt
gezet zakt een van de markeurs (Fig. 12.1) naar
beneden:
1. bij het begin van het werk
2. na het draaien op de kopakker.
!
Voor transport worden de markeurs rechtop
geklapt en met een borgpen vastgezet!
(zie hfdst. 12.1)!
!
De stootblokjes (Fig. 12.71) mogen niet
worden verwijderd en moeten bij slijtage
worden vervangen!
De stootblokjes voorkomen dat de
transportbeveiliging van de markeurs door
de borgpennen wordt vergeten omdat de
markeurs dan niet geheel verticaal staan
en de buiten 3 m transportbreedte komen.
Door het aanbrengen van de borgpennen,
zoals beschreven in hfdst. 12.1 staan de
markeurs in de juiste transportstand.
Fig. 12.7
Fig. 12.8
12 - 3
1
24t213
24t213
AD-P03 Special DB2013 01.03