container aan de zaadbak bevestigen en met een
overslagpin borgen.
11.2
Vaststellen instelling van de
aandrijfkast met behulp van de re-
kenschijf
Met de eerste afdraaiproef wordt de gewenste zaai-
hoeveelheid in de regel niet bereikt. Met het instelnum-
mer van de aandrijfkast uit de eerste afdraaiproef en de
berekende zaaihoeveelheid kan de juiste stand van de
aandrijfkast met behulp van de rekenschijf worden vast-
gesteld.
De rekenschijf bestaat uit drie schaalverdelingen: een
buitenste witte schaal (Fig. 11.12/1) voor alle zaai-
hoeveelheden van meer dan 30 kg/ha en een binnenste
witte schaal (Fig. 11.12/2) voor alle hoeveelheden bene-
den 30 kg/ha. Op de middelste, gekleurde schaal (Fig.
11.12/3) zijn de instellingen van de aandrijfkast van 1 tot
100 aangegeven.
Voorbeeld:
Gewenste zaaihoeveelheid 125 kg/ha.
-
Bij de eerste instelling wordt de instelhendel van de
tandwielkast op de tandwielkastinstelling 70 (elke
andere instelling is ook goed) geplaatst. Berekend
wordt een zaaihoeveelheid van 175 kg/ha.
-
De zaaihoeveelheid 175 kg/ha (Fig. 11.12/A) en de
tandwielkastinstelling 70(Fig. 11.12/B) op de re-
kenschijf tegenover elkaar plaatsen.
-
Lees nu op de rekenschijf de tandwielkastinstelling
voor de gewenste zaaihoeveelheid van 125 kg/ha af
(Fig. 11.12/C). In ons voorbeeld is dat de tandwielka-
stinstelling 50 (Fig. 11.12/D).
-
Controleer de tandwielkastinstelling, die u met de
rekenschijf hebt berekend met een afdraaiproef zo-
als beschreven in hfdst. 11.1.
Fig. 11.12
11 - 5
810a
810b
AD-P03 Special DB2013 01.03