03 Bedieningsinstructies bestuurder
Instrumenten, schakelaars en bediening
WAARSCHUWING
Als de remvloeistof onder het MIN-niveau
in het remvloeistofreservoir ligt, mag u pas
verder rijden als de remvloeistof is bijge-
vuld.
Het remvloeistofverlies moet door een
03
werkplaats worden gecontroleerd. Volvo
adviseert u daarvoor contact op te nemen
met een erkende Volvo-werkplaats.
WAARSCHUWING
Als de rem- en ABS-symbolen tegelijkertijd
branden, bestaat de kans dat de achter-
trein bij krachtig afremmen slipt.
Waarschuwing
Het rode waarschuwingssymbool gaat bran-
den, wanneer er een storing is geregistreerd
die van invloed kan zijn op de veiligheid en/of
de rijeigenschappen van de auto. Er ver-
schijnt tegelijkertijd een verklarende tekstmel-
ding op het informatiedisplay. Het waarschu-
wingssymbool blijft branden totdat de storing
is verholpen, maar de melding kunt u verwij-
deren met de knop OK, zie pagina 213. Het
waarschuwingssymbool kan ook gaan bran-
den in combinatie met andere symbolen.
9
Alleen auto's met alarm*.
Het uiterlijk van het display kan afhankelijk van de variant variëren.
10
*
78
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
Actie:
1. Stop zo spoedig mogelijk. Rijd niet verder
met de auto.
2. Lees de informatie op het informatiedis-
play. Voer de handeling uit die de melding
op het display u voorschrijft. Wis de mel-
ding met de knop OK.
Waarschuwing, portieren niet gesloten
Als een van de portieren niet goed dichtstaat,
gaat het informatie- of waarschuwingssym-
bool branden en verschijnt er een verklarende
afbeelding op het informatiedisplay. Breng de
auto zo spoedig mogelijk tot stilstand en sluit
het portier dat openstaat.
Als de auto met een snelheid van
maximaal 7 km/h rijdt, gaat het infor-
matiesymbool branden.
Als de auto met een snelheid van
maximaal 7 km/h rijdt, gaat het waar-
schuwingssymbool branden.
Als de motorkap
9
niet goed dichtstaat, gaat
het waarschuwingssymbool branden en ver-
schijnt er een verklarende afbeelding op het
informatiedisplay. Breng de auto zo spoedig
mogelijk tot stilstand en sluit de motorkap.
Als de achterklep niet goed dichtstaat, gaat
het informatiesymbool branden en verschijnt
er een verklarende afbeelding op het informa-
tiedisplay. Breng de auto zo spoedig mogelijk
tot stilstand en sluit de achterklep.
Dagtellers
Dagtellers.
10
Display voor dagtellers
T1
T2
De beide dagtellers
en
worden gebruikt
voor het meten van kortere ritten. De afge-
legde afstand staat op het display.
Draai aan het duimwiel van de linker stuur-
hendel om de gewenste meter te tonen.