07 Tijdens het rijden
Rijadviezen
•
De koelvloeistof van de motor moet ten
minste 50 % glycol bevatten. Bij een der-
gelijke concentratie is de motor
beschermd tegen stukvriezen tot
ca. –35 °C. Voor optimale bescherming
tegen vorst is het zaak geen verschillende
soorten glycol met elkaar te mengen.
•
Houd de tank altijd goed gevuld om con-
dens in de brandstoftank tegen te gaan.
•
De viscositeit van de motorolie is belang-
rijk. Wanneer u oliesoorten met een
lagere viscositeit (dunnere oliën) gebruikt,
slaat de motor bij koud weer gemakkelij-
ker aan en neemt bovendien het brand-
stofverbruik tijdens de koude start af.
Voor meer informatie over geschikte olie-
soorten (zie pagina 401).
BELANGRIJK
Gebruik geen olie met een lage viscosi-
teitsaanduiding bij zware rijomstandighe-
den of warm weer.
•
Controleer de algehele conditie en de
07
ladingstoestand van de accu. De accu
wordt zwaarder belast bij koud weer en
ook de accucapaciteit neemt af bij vorst.
•
Giet sproeiervloeistof in het sproeiervloei-
stofreservoir om ijsvorming te voorko-
men.
312
Voor optimale grip bij gevaar voor sneeuw of
ijs adviseert Volvo u om de auto rondom van
winterbanden te voorzien.
N.B.
In sommige landen is het gebruik van win-
terbanden verplicht. Banden met spikes
zijn niet in alle landen toegestaan.
Nieuwe auto's en gladde wegen
Oefen onder gecontroleerde omstandigheden
om te testen hoe de auto bij gladheid rea-
geert.