BELANGRIJK
Vermijd slepen.
•
Een auto die op een gevaarlijke plek in
het verkeer staat, mag echter over een
korte afstand (tot 10 km) en op lage
snelheid (tot 10 km/h) worden ver-
sleept. Berg de auto altijd zo dat de
wielen in de rijrichting draaien.
•
Om de auto over afstanden groter dan
10 km te verslepen, dienen de aange-
dreven wielen geheven te worden –
het wordt geadviseerd een professio-
neel bergingsbedrijf in te schakelen.
Alvorens te slepen:
Zet de keuzehendel in stand N en los de
–
parkeerrem.
Starten met hulpaccu
Probeer de motor niet aan te slepen. Gebruik
een hulpaccu als de startaccu dusdanig ont-
laden is dat de motor niet kan worden
gestart, zie pagina 118.
BELANGRIJK
De katalysator kan beschadigd raken bij
pogingen om de motor via slepen aan het
draaien te krijgen.
Sleepoog
Het sleepoog dient te worden vastgeschroefd
in een draadbus achter een afdekking in de
bumper, voor of achter.
Sleepoog bevestigen
07 Tijdens het rijden
Slepen en bergen
Neem het sleepoog erbij dat onder het
vloerluik in de bagageruimte ligt.
N.B.
Om bij het sleepoog/de wielsleutel in het
schuimblok te komen:
•
Versie 1: Til de compressoreenheid van
de bandenreparatieset (punt 5) op om
bij de wielsleutel te komen. Til de bus
met afdichtmiddel eruit (punt 6) om bij
het sleepoog te komen.
•
Versie 2: Til de compressoreenheid van
de bandenreparatieset (punt 5) om bij
het sleepoog te komen. De wielsleutel
ligt onder de krik.
De afdekking op het bevestigingspunt
voor het sleepoog wordt als volgt
geopend:
•
De afdekking heeft een markering
langs de ene zijde of in een hoek: Duw
met uw vinger op deze markering ter-
wijl u de tegenoverliggende zijde/hoek
openklapt – de afdekking klapt rond de
middellijn open en kan vervolgens wor-
den verwijderd.
Schroef het sleepoog tot aan de flens
naar binnen. Draai het oog stevig vast
met bijvoorbeeld een wielsleutel.
07
333