Advertenties
02 Sloten en alarm
Vergrendelen/ontgrendelen
tailleerde beschrijving van het menusys-
teem (zie pagina 215)).
02
2. Kies
Eén keer activeren
> Op het instrumentenpaneel verschijnt
Sloten en alarm
de melding
Beveiliging beperkt
functie wordt uitgeschakeld bij ver-
grendeling van de auto.
of
–
Kies
Vragen bij uitstappen
> Iedere keer dat u de motor afzet, ver-
schijnt op het beeldscherm van de
middenconsole de melding
beveiliging activeren tot motor
opnieuw is gestart?
Bevestigen met OK
opties
Stoppen met EXIT
Als u de Safelock-functie wilt uitschakelen
–
Druk op OK/MENU en vergrendel de
auto. (Let erop dat ook de bewegingsmel-
ders en niveausensoren* van het alarm-
systeem worden uitgeschakeld, zie
pagina 65.)
> De volgende keer dat u de motor start,
wordt het systeem gereset waarna op
het instrumentenpaneel de melding
Sloten en alarm Beveiliging volledig
verschijnt. Daarmee zijn de Safelock-
*
62
Optie/accessoire, zie Inleiding voor meer informatie.
functie en de bewegingsmelders en
niveausensoren van het alarmsysteem
opnieuw ingeschakeld.
.
Als u geen wijzigingen in het vergrende-
lingssysteem wenst
en de Safelock-
Druk op EXIT en vergrendel de auto.
–
N.B.
•
Let erop dat het alarm wordt geacti-
veerd bij vergrendeling van de auto.
.
•
Als een van de portieren van de bin-
nenzijde wordt geopend, gaat het
alarm af.
Lagere
gevolgd door de
en
.
Advertenties
