Algemeen
De gloeilampen zijn gespecificeerd, zie
pagina 369. Gloeilampen en andere licht-
bronnen van een bijzonder type zoals led
lampen of lampen die u om andere redenen
alleen in een werkplaats moet laten vervan-
gen, zijn die in:
•
Actieve xenonkoplampen - ABL (xenon-
lampen)
•
Stadslichten/parkeerlichten vóór
•
Dagrijlicht
2
•
Zijdelings gemonteerde richtingaanwij-
2
zers, buitenspiegels
•
'Approach'-verlichting, buitenspiegels
•
Verlichting interieur en bagageruimte
•
Verlichting dashboardkastje
•
Achterlichten/parkeerlichten achter
•
Sidemarkers achter
•
Derde remlicht
•
Kentekenplaatverlichting.
1
Lichtdioden (Light Emitting Diode)
Bepaalde varianten
2
WAARSCHUWING
Als de auto is voorzien van xenonkoplam-
pen, moet u de xenonlampen door een
1
-
werkplaats laten vervangen – geadviseerd
wordt een erkende Volvo-werkplaats.
Werkzaamheden aan de xenonkoplampen
vergen de nodige voorzichtigheid, aange-
zien dergelijke koplampen zijn voorzien
van een ontstekingsgedeelte dat een hoge
spanning opwekt.
2
WAARSCHUWING
Bij het vervangen van een lamp moet het
elektrische systeem van de auto in sleutel-
stand 0 staan, zie pagina 81.
BELANGRIJK
Raak het glas van de gloeilampen nooit
rechtstreeks met uw vingers aan. Vet van
uw vingers wordt door de warmte ver-
dampt en zorgt voor een laagje op de
reflector die dan kapot kan gaan.
09 Onderhoud en service
Gloeilampen
N.B.
Als een foutmelding niet verdwijnt nadat
de kapotte gloeilamp is vervangen, dan
wordt u geadviseerd een erkende Volvo-
werkplaats te bezoeken.
N.B.
Bij de externe verlichting zoals de koplam-
pen, mistlampen en achterlichten kan tij-
delijk condens optreden aan de binnen-
kant van het lampglas. Dit is een natuurlijk
verschijnsel en alle externe verlichting is
erop gebouwd om dit zoveel mogelijk te
voorkomen. Condens verdwijnt normaal uit
het lamphuis, wanneer de lamp enige tijd
brandt.
09
363