Eigenschappen
De airbag (Pedestrian Airbag) zit onder de
motorkap bij de voorruit. Bij een frontale aan-
rijding met een voetganger reageren de sen-
soren in de voorbumper en de airbag wordt
opgeblazen als de kracht van de aanrijding
als voldoende hoog wordt beoordeeld. De
sensoren zijn actief bij een snelheid van
ongeveer 20–50 km/h en een omgevingstem-
peratuur tussen –20 en +70 °C.
Bij activering van de airbag (Pedestrian
Airbag)
•
wordt het achterste gedeelte van de
motorkap opgetild en in deze stand ver-
grendeld
•
worden de alarmlichten geactiveerd
•
wordt het remsysteem voorbereid om in
noodgevallen af te remmen.
WAARSCHUWING
Monteer geen accessoires op de voorkant
van de auto en breng evenmin wijzigingen
in dit gebied aan. Een onjuiste ingreep in
het front kan tot een foutieve werking van
het systeem leiden waardoor ernstig letsel
en materiële schade aan de auto kan ont-
staan.
Volvo adviseert om originele wisserarmen
te gebruiken en deze alleen door originele
onderdelen te vervangen.
Wat te doen na activering
Als een van de andere airbags in de passa-
giersruimte is geactiveerd, wordt de auto in
de safety mode gezet, zie pagina 29.
Als alleen de airbag voor voetgangers is
geactiveerd:
1. Rijd de auto naar de dichtstbijzijnde vei-
lige plek.
2. Vouw de airbag op volgens de aanwijzin-
gen onder het navolgende kopje "Airbag
(Pedestrian Airbag) opvouwen".
3. Ga naar de dichtstbijzijnde werkplaats.
01 Veiligheid
Voetgangersairbag (Pedestrian Airbag)
WAARSCHUWING
Volvo adviseert u om, na activering van de
airbag, onmiddellijk contact opneemt met
een erkende Volvo-werkplaats.
Airbag (Pedestrian Airbag) opvouwen
Airbag (Pedestrian Airbag)
Airbagbehuizing
Klittenband, passagierszijde
Klittenband, bestuurderszijde
Er kan wat rook uit de airbag komen en deze
kan warm aanvoelen, maar dit is normaal. Het
opvouwen gaat als volgt:
1. Zoek het klittenband aan de
bestuurderszijde (4) op.
01
31