Diagnostiek en problemen ve...
Alarm 68, Veilige stop actief
De veilige stop is ingeschakeld. Om terug te keren naar
normaal bedrijf moet 24 V DC op klem 37 worden
geschakeld en moet vervolgens een resetsignaal worden
verstuurd (via bus of digitale I/O, of door op [Reset] te
drukken).
Alarm 69, Temperatuur voedingskaart
De temperatuursensor op de voedingskaart is te warm of
te koud.
Probleem verhelpen
Controleer of de omgevingstemperatuur binnen
de limieten valt.
Controleer op verstopte filters.
Controleer de werking van de ventilator.
Controleer de voedingskaart.
Alarm 70, Ongeldige FC-configuratie
De stuurkaart en de voedingskaart zijn incompatibel met
elkaar. Neem contact op met uw leverancier. Vermeld
hierbij de typecode van de eenheid die op het typeplaatje
staat en de onderdeelnummers van de kaarten om de
compatibiliteit te controleren.
Alarm 71, Veilige stop PTC 1
Veilige stop is ingeschakeld vanaf de PTC-thermistorkaart
MCB 112 (motor te warm). Normaal bedrijf kan worden
hervat wanneer de MCB 112 weer 24 V DC schakelt op
klem 37 (wanneer de motortemperatuur een aanvaardbaar
niveau heeft bereikt) en wanneer de digitale ingang van
de MCB 112 is uitgeschakeld. Wanneer dit gebeurt, moet
er een resetsignaal worden gegeven (via bus of digitale
I/O, of door op [Reset] te drukken).
Alarm 72, Gev. storing
Veilige stop met blokkering. Er is een onverwachte
combinatie van veiligestopcommando's opgetreden:
•
PTC-thermistorkaart VLT activeert X44/10, maar
veilige stop is niet ingeschakeld.
•
MCB 112 is het enige apparaat dat gebruikmaakt
van de veilige stop (ingesteld via optie [4] of [5]
in 5-19 Klem 37 Veilige stop), veilige stop is
geactiveerd en X44/10 is niet geactiveerd.
WAARSCHUWING 73, Autorestart Veilige Stop
Veilig gestopt. Wanneer een automatische herstart is
ingeschakeld, kan de motor starten zodra de fout is
opgeheven.
Alarm 74, PTC-thermistor
Alarm dat betrekking heeft op de ATEX-optie. De PTC
werkt niet.
ALARM 75, Illegal profile sel.
De parameterwaarde kan niet worden geschreven terwijl
de motor loopt. Stop de motor voordat u het MCO-profiel
naar bijvoorbeeld 8-10 Stuurwoordprofiel schrijft.
VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding
WAARSCHUWING 76, Setup verm.eh
Het aantal vereiste vermogenseenheden komt niet overeen
met het gedetecteerde aantal actieve vermogenseenheden.
WAARSCHUWING 77, Modus laag vermogen
De frequentieomvormer werkt met lager vermogen (d.w.z.
met minder dan het toegestane aantal omvormersecties).
Deze waarschuwing wordt gegenereerd bij het uit- en
weer inschakelen wanneer de frequentieomvormer is
ingesteld om te werken met minder omvormers; de
frequentieomvormer blijft werken.
Alarm 78, Volgfout
Het verschil tussen de setpointwaarde en de feitelijke
waarde is groter dan de ingestelde waarde in
4-35 Volgfout. Schakel de functie uit via 4-34 Volgfoutfunctie
of selecteer een alarm/waarschuwing, eveneens in
4-34 Volgfoutfunctie. Onderzoek de mechanische aspecten
ten aanzien van de belasting en de motor en controleer de
terugkoppelingsaansluitingen vanaf de motor – encoder –
naar de omvormer. Selecteer de motorterugkoppelings-
functie in 4-30 Motorterugkoppelingsverliesfunctie. Stel het
volgfoutbereik in via 4-35 Volgfout en 4-37 Volgfout aan/
uitloop.
Alarm 79, Ongeldige configuratie vermogensdeel
De schalingskaart heeft een onjuist onderdeelnummer of is
niet geïnstalleerd. De MK102-connector op de
voedingskaart kon niet worden geïnstalleerd.
Alarm 80, Omvormer ingesteld op standaardwaarde
De parameterinstellingen worden ingesteld op de
standaardwaarden na een handmatige reset. Reset de
eenheid om het alarm op te heffen.
Alarm 81, CSIV corrupt
Het CSIV-bestand bevat syntaxfouten.
Alarm 82, CSIV par.fout
CSIV heeft een parameter niet kunnen initialiseren.
Alarm 83, Ongeldige optiecombinatie
De geïnstalleerde opties zijn incompatibel.
Alarm 84, Geen veiligh.optie
De veiligheidsoptie werd verwijderd zonder dat er een
algemene reset werd uitgevoerd. Sluit de veiligheidsoptie
opnieuw aan.
ALARM 85, Gev. fout PB
Profibus/Profisafe-fout.
MG33AN10 – Rev. 2013-10-25
7
7
47