Elektrische installatie
1
9
10
L1
L2
L3
PE
Afbeelding 4.2 EMC-correcte elektrische aansluiting
1
PLC
2
Frequentieomvormer
3
Uitgangscontactor
4
Kabelklem
5
Kabelisolatie (gestript)
Tabel 4.1 Legenda bij Afbeelding 4.2
LET OP
EMC-STORINGEN!
Gebruik afgeschermde kabels voor motor en stuurkabels en afzonderlijke kabels voor ingangsvermogen, motorkabels
en stuurkabels. Als voedings-, motor- en stuurkabels niet van elkaar worden gescheiden, kan dit resulteren in
onbedoeld gedrag of lagere prestaties. De afstand tussen voedings-, motor- en stuurkabels moet minimaal 200 mm
bedragen.
VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding
2
8
6
Kabelwartel
7
Motor, 3 fasen en aardverbinding (afgeschermd)
8
Net, 3 fasen en versterkte aardverbinding (niet afgeschermd)
9
Stuurkabels (afgeschermd)
10
Potentiaalvereffening min. 16 mm²
MG33AN10 – Rev. 2013-10-25
6
3
4
5
U
V
W
PE
7
4
4
13