Elektrische installatie
LET OP
POTENTIAALVEREFFENING!
Elektrische storing kan de complete installatie verstoren wanneer de aardpotentiaal van de frequentieomvormer en het
systeem niet overeenkomen. Om elektrische verstoringen te voorkomen, moet u tussen de systeemcomponenten
vereffeningskabels installeren Aanbevolen kabeldoorsnede: 16 mm².
4.4 Bedradingsschema
4
4
3-phase
power
input
DC bus
+10 V DC
0/-10 V DC-
+10 V DC
0/4-20 mA
0/-10 V DC -
+10 V DC
0/4-20 mA
Afbeelding 4.1 Eenvoudig bedradingsschema
A = analoog, D = digitaal
*Klem 37 (optioneel) wordt gebruikt voor veilige uitschakeling van het koppel (STO). Installatie-instructies voor de STO-
functie vindt u in Bedieningshandleiding Veilige uitschakeling van het koppel voor Danfoss VLT
is niet beschikbaar in FC 301 (met uitzondering van behuizingstype A1). Relais 2 en klem 29 hebben geen functie in de FC
301.
**Sluit de kabelafscherming niet aan.
12
VLT® AutomationDrive FC 301/302 Bedieningshandleiding
91 (L1)
92 (L2)
93 (L3)
95
PE
Switch Mode
88 (-)
Power Supply
89 (+)
10 V DC
15 mA 130/200 mA
50 (+10 V OUT)
+
-
S201
53 (A IN)
ON=0/4-20 mA
S202
OFF=0/-10 V DC -
+10 V DC
54 (A IN)
55 (COM A IN)
12 (+24 V OUT)
13 (+24 V OUT)
P 5-00
24 V (NPN)
18 (D IN)
0 V (PNP)
24 V (NPN)
19 (D IN)
0 V (PNP)
20 (COM D IN)
24 V (NPN)
27
(D IN/OUT)
0 V (PNP)
24 V
0 V
*
24 V (NPN)
29
(D IN/OUT)
0 V (PNP)
24 V
0 V
24 V (NPN)
32 (D IN)
0 V (PNP)
24 V (NPN)
33 (D IN)
0 V (PNP)
*
37 (D IN)
MG33AN10 – Rev. 2013-10-25
(U) 96
(V) 97
(W) 98
(PE) 99
24 V DC
(R+) 82
+
-
(R-) 81
relay1
03
02
01
relay2
*
06
05
04
(COM A OUT) 39
(A OUT) 42
S801
ON=Terminated
OFF=Open
5V
S801
0 V
RS-485
(N RS-485) 69
Interface
(P RS-485) 68
(COM RS-485) 61
Motor
Brake
resistor
240 V AC, 2 A
240 V AC, 2 A
400 V AC, 2 A
Analog Output
0/4-20 mA
RS-485
**
: Chassis
: Ground
® -frequentieomvormers. Klem 37