Let op
De zijstandaard moet ingeklapt zijn (ruststand,
horizontaal), omdat anders de veiligheidssensor het
starten onmogelijk maakt.
Opmerkingen
De motorfiets kan gestart worden als de
zijstandaard uitgeklapt is en de koppeling in zijn vrij
staat, of als de koppeling is ingeschakeld en de
koppelingshendel ingetrokken wordt (in dit geval
moet de zijstandaard ingeklapt zijn).
Controleer of de start-/noodstopschakelaar (3) in de
stand (B)
is geplaatst.
Druk de schakelaar (3) omlaag (C)
los.
Laat de motorfiets spontaan starten, zonder dat u
de gashendel gebruikt.
Opmerkingen
Het systeem inhibiteert automatisch het
slepen van de startmotor als de accu leeg is.
Belangrijk
Breng de motor niet op een hoog toerental als
deze koud is. Wacht tot de olie warm is en tot alle
punten die dit nodig hebben hiermee zijn gesmeerd.
en laat deze
voertuig stilstaat, kan er schade ontstaan door
oververhitting als gevolg van onvoldoende koeling.
Laat de motor niet onnodig draaien als het voertuig
stilstaat. Ga meteen na het opstarten rijden.
3
Let op
Als u de motor te lang laat draaien terwijl het
B
C
Fig 41
83